Kris' gedachten van februari
Ik zal je eens wat strafs vertellen: ik heb het savant-syndroom. Je zult lachen, maar ik heb iets gelijkaardigs als The Good Doctor in de gelijknamige serie. Terwijl Dr. Shaun Murphy uitzonderlijk is in zijn medische kennis heb ik de hevige drang om te weten hoe de dingen in elkaar zitten en hoe ik ze moet benaderen. Dat benaderen bedoel ik als volgt: wanneer ik de koffiepadjes aanvul laat ik mijn trouwe huisgenote weten welke rijen ik heb aangevuld opdat zij eerst de andere rijen zou gebruiken, anders neemt ze telkens de nieuwe padjes. Zo gaat het ook met de borden, de glazen en tassen: ze neemt telkens de bovenste of de voorste, waardoor ze meer slijten. En wat met de onderbroeken, handdoeken en washandjes, om de in elkaar passende bewaardoosjes niet te vergeten? Als ik ze blijf opstapelen zullen de eerder aangebrachte spullen nooit aan de beurt komen, en dat vind ik niet zo leuk. Ik weet niet of het aan hetzelfde syndroom te wijten is maar de matjes in de badkamer moeten evenwijdig met de tegels liggen. Voor de rest kan het me niet schelen hoe alles erbij ligt in ons huis.
Net als Dr. Murphy heb ik moeite met sociale interacties, of beter gezegd: ik heb geen nood aan sociale omgang, hoewel ik een serieuze babbel kan slaan als ik wil. Ik begrijp mezelf soms niet. Wat er in mijn brein gebeurt, mijn gedachten dus, kan ik enigszins sturen, maar hoe mijn lijf werkt kan ik maar moeilijk achterhalen. Ik hoef mijn hart niet te zeggen dat het moet kloppen, ik heb geen controle over de werking van mijn inwendige organen en dus kan ik niet achterhalen wat er fout gaat als ik hier of daar pijn voel. Mijn eerste gedachte is altijd: ik ga dood. De volgende gedachte is eerder gelaten: mijn lijf zal zichzelf wel herstellen. Maar ook al genees ik redelijk gemakkelijk van uitwendige wonden, vanbinnen kan het al eens anders gaan. Dat zie ik bij elke aflevering van The Good Doctor tot den treure. Ik heb al meerdere malen kenbaar gemaakt dat ik de serie liever niet volg, maar mijn trouwe huisgenote zegt dan: speel wat met de kater.
Miault is een lieve kat. Hij is ons letterlijk in de schoot geworpen, dus toeval bestaat. Het is de eerste kat die ik mijn leven toelaat, want ik was altijd allergisch voor katten. Daarom begrijp ik niet goed waarom de onzichtbare haartjes en huidschilfertjes van de kat mijn luchtpijp niet doen versmallen. Ik heb enkel last van tranende ogen, en dat vind ik straf. Is het misschien de puffer waar ik elke dag 1 keer aan zuig? Dat is waarlijk een wonderding, en dan kan ik de komst van de kat wonderbaarlijk noemen.
Mijn smartphone houdt me dagelijks op de hoogte over de resultaten van ruimtestudies. Met behulp van de James Webb-telescoop zijn wetenschappers voortdurend in staat nieuwe fenomenen te verklaren, maar tegelijk moeten ze hun vorige uitspraken herbekijken en desnoods aanpassen. Toch slagen ze erin een goed beeld van de ruimte te geven. Nog belangrijker is hun conclusie: wij zijn allemaal van sterrenstof gemaakt.
Neem nu de zeldzame Wolf-Rayetsterren. Dat zijn heldere en zware sterren die aan het einde van hun korte leven exploderen, waarbij de kern mogelijk tot een zwart gat evolueert. De ontploffing van WR 124 gebeurde 15.000 jaar geleden, waarbij elementen in de ruimte werden geschoten die als bouwstenen kunnen dienen voor het ontstaan van leven. Op de aarde zouden we zonder ijzer in het bloed en calcium in de botten nooit tot mensen hebben kunnen uitgroeien.
Wat we nodig hadden? Veel tijd. En veel eten. Als levende wezens hebben we immers honger en zoeken we energie. We creëren niets, en ook bij het vernietigen gaat er niets verloren. Het enige wat het heelal doet veranderen zijn een heleboel energieën die overgaan in andere. Maar hoe kwam alles in beweging? Wat was er voor de oerknal? Bwah, een soepje van energie, denk ik. En toen was er een punt waar ruimtetijd zich concentreerde. Toen dat inflateerde knalde alles uiteen, en zo ontstond materie. Wij zijn een soort gematerialiseerde energie, uitgespuwd door sterren, en de cirkel is rond als zwarte gaten die materie weer opslorpen. Want zij zijn de stofzuigers van het heelal, niet God. Het enige goddelijke in dit heelal is het menselijke brein waarmee de mens zichzelf als een god kan beschouwen.
De mens schept. Technologie is de nieuwe religie. Lumineuze ideeën brengen inventieve toepassingen maar ook onoplosbare problemen met zich mee. Jammer genoeg maken we de aarde ook kapot. Ooit zullen we enkel in een documentaire op Netflix kunnen zien hoe het leven op aarde was; er zullen dan ook genoeg filmpjes en foto’s op social media staan die dat kunnen illustreren. Hoe bijvoorbeeld een zeeschildpad door het water klieft en het lijkt alsof hij vliegt, dat is voor mij het ultieme voorbeeld van een wonder dat zich hier, en nergens anders, heeft voltrokken. In mijn doodskist zal ik alleen maar kunnen gissen hoe de toekomst zal zijn. Het is een geruststellende gedachte dat ik enkel afbreekbare spullen zal mogen meenemen naar het hiernamaals.
Het laatste nieuwe in verband met chatbotten is ChatGPT. Google komt met Bard, niet Bart maar de naam van een zanger en dichter bij de oude Kelten en Galliërs. Toch wel een leuke naam. Microsoft mag natuurlijk niet stilzitten. Zij hebben hun chatbot geen aparte naam gegeven, dus praten we maar met AI powered Bing. En dan stel ik me voor dat Bing Crosby (I'm dreaming of a white Christmas) achter de schermen zit, levend en wel, oude antwoorden verzinnend op heel excentrieke vragen van moderne mensen. En dan hoop ik dat hij niet de mist ingaat zoals Bard dat deed toen iemand hem de vraag stelde welke ontdekkingen van de James Webb-telescoop hij zijn 9-jarige zoon kan vertellen. In diens antwoord maakt de chatbot een opmerking over de eerste foto’s die de telescoop zou genomen hebben van een planeet buiten ons zonnestelsel. Astronomen kropen algauw in de pen om te zeggen dat dit al in 2004 met behulp van adaptieve optica werd gedaan door VLT/NACO, maar het ergste kwaad was geschied: Google verliest 100 miljard op de beurs.
Dat beleggers teleurgesteld zijn in Bard, dat is te begrijpen, maar waarom zou je een chatbot willen uitvinden die perfect kan doen alsof hij een mens is. Als hij dat ooit zal kunnen is het hek van de dam, dan is het monster geboren. Turing draait zich misschien niet om in zijn graf, maar dat zijn test de heerser en meester van de wereld zou verraden had hij nooit kunnen bevroeden. Denk ik zo. Maar we weten nu dat we met een computer praten, en als we diens antwoorden doorgeven aan mensen die niet weten waar het verhaal vandaan komt, zullen zij dan kunnen onderscheiden of het manmade of botmade is? Nee, totaal niet.
De mens is een raar wezen. Hij kan rationaliseren als de beste en zal dus blijven denken dat hij met een mens te maken heeft ook al reageert de chatbot nu en dan raar en geeft hij weirde antwoorden. Want hou je vast: mensen zeggen ook rare dingen. En dus is de Turing Test geen goed middel om na te gaan of een computer echt kan denken als een mens. Er is altijd nog een gedeelte dat geprogrammeerd is en dus kan onze Bard daar in de fout gaan. Ook ChatGPT werkt niet errorfree.
Ik ben er zeker van dat veel chatbotten mij zullen kunnen foppen. Maar dat zegt niets over hoe intelligent een computer kan zijn. En dat laatste heb ik gepikt van het internet, net zoals mijn confraters van Google, Microsoft en ChatGPT dat doen. De chatbotten moeten zich ook baseren op wat er te vinden is. En dat de informatie op het internet niet altijd even juist is, dat heeft iedereen wel al eens ondervonden.
In navolging van de geboorte van allerlei AI-chatbotten heb ik mijn eigen bot samengesteld. Ik zal er niet te veel woorden aan vuil maken maar het weze gezegd dat mijn systeem niet te kraken is, zelfs niet door de Venado supercomputer van Nvidia. De basis van mijn systeem is liefde, waaromheen ik een zekere romantische sfeer heb gebouwd, wat natuurlijk goed uitkomt enkele dagen voor Valentijntjesdag.
Met of zonder computers, uiteindelijk doen mensen toch wat ze willen. En die chatbotten, laat die maar dromen dat ze ooit chatboxen zullen zijn.
In de krant las ik dat het leesniveau van tienjarigen heel erg achteruit is gegaan. Volgens de raden van cultuur en onderwijs is het tijd om een leesoffensief te starten. Ik wil ook wel mijn bijdrage leveren.
Uit onderzoek blijkt dat mijn empathie vergroot door een goed boek te lezen. De kennismaking met verschillende karakters zou me meer begrip helpen te tonen tegenover echte mensen. Lezen vergt concentratie, en zo leer ik me nog beter te concentreren. Lezen verdrijft stress, als die er is. En inderdaad, na enkele minuten lezen voel ik mijn hartslag dalen en de spanning in mijn spieren verminderen. Lezen zou zelfs het verouderingsproces van mijn brein vertragen, volgens de onderzoekers. Bovendien vinden lezers sneller een baan dan niet-lezers. Zijn dat nog niet genoeg redenen om beginnen te lezen?
Ik heb als kind weinig gelezen. Ook tijdens de humaniora deed ik dat liever niet. Nederlands hoorde niet bij het lessenpakket van de Industriële Hogeschool, dus ik heb daar ook op mijn honger zitten wachten. En toen ik op 30-jarige leeftijd alleen ging wonen kreeg de leesmicrobe me eindelijk te pakken en bouwde ik een beter gevoel voor taal op. Het veranderde me in een mens die niet te veel wilde nadenken naar iemand die enige diepgang vertoonde. Ik begon zelfs verhalen te schrijven.
Nu zie ik heel veel mensen lezen op de trein, in de bus, in de wachtzaal van de dokter, mannen die voor de winkels wachten op hun shoppende vrouwen. Maar wat lezen ze op hun telefoon? De meesten doen het voor de moppen, of voor de grappige citaten, anderen bekijken reclameboodschappen of doen sociaal via media. Eigenlijk kijken ze meer dan ze lezen. Sommigen horen of zien niets of niemand wanneer ze middenin allerhande koopervaringen zitten, of wanneer ze de virtuele realiteit doorkruisen om dood en verderf te zaaien. Kolkende streamingdiensten dreigen hen op te slokken, zoals zwarte gaten dat zo goed kunnen.
Mensen lezen dus, maar onwetend belasten ze hun brein met dolgedraaide clips en overrijpe videoboodschappen. Liever bevredigen ze hun diepste lusten, liever kweken ze wrok dan sympathie voor hun medemensen. En sommigen komen op de vreemdste ideeën, voeren zelfs ridicule fantasieën uit alsof hun geloofszaken dringend de wereld moeten veroveren. Ieders droom is viraal gaan. Helemaal beschaafd kan ik die mensheid dus niet noemen.
De gsm (1983) heeft mensen zeer zeker dichter bij elkaar gebracht. Een tijdje diende het ding enkel om te telefoneren. Vervolgens kwam de sms (1992), ongeveer rond de tijd dat e-mail (1995) zich inburgerde, en die systemen deden de mensen lezen. Steve Jobs was zo inventief om de telefoon tot heuse computer te upgraden. En hupsakee, de Apple iPhone was geboren (2007), iOs zag het licht. Android van Google volgde. Nu zijn beide besturingssystemen voor machines als zonnen voor werelden.
Steve Jobs stierf in 2011, maar zijn nalatenschap zal zich nog vele jaren manifesteren. Hij heeft zijn werk te goed willen doen, want mensen communiceren nu niet alleen beter, ze verspreiden ook nepnieuws en smijten hun ergernissen over anderen in het rond. Ondanks de GDPR-regels stelt privacy niets meer voor. Met de draaischijf in het achterhoofd hebben de telefoons het wel heel ver geschopt. En van slimme telefoons naar robots is een kleine stap: je laat de bediener, de mens, gewoon weg. De toekomst van de robot lijkt rooskleurig.
In de jaren negentig heb ik de avonturen van Star Trek-kapitein Jean-Luc Picard gemist omdat al mijn vrije tijd opging aan lezen en schrijven. Picard kreeg hulp van een robot in de vorm van een mens; ook wel syntheet genoemd. Hij heette Data. In de Star Trek-bioscoopfilm uit 2002 offert Data zijn synthetische leven op om Picard van de dood te redden. Het nieuwste Star Trek-avontuur brengt Picard twintig jaar verder. Na de dood van Data zijn de syntheten uit alle uithoeken van het heelal geweerd, er zijn zelfs instanties van niet-syntheten, ook wel organischen genoemd, die minutieus de ruimte naar hen afspeuren om ze te vernietigen. De syntheten verdedigen zich natuurlijk, maar Picard slaagt erin Data's dochter Soji te laten inzien dat ze fout bezig is. En zo vermijdt ze een clash tussen de Romulanen en de Starfleet. Conclusie? Syntheten kunnen doorgaan als mensen, en de organischen hoeven er dus geen schrik van te hebben.
Net zoals Data en Soji probeer ik zo menselijk mogelijk te zijn. In plaats van te wachten tot ik mijn tekortkomingen zelf kan invullen, lijkt het me beter dat de wetenschappers niet te veel geld steken in het bouwen van superintelligente robots. Ik wacht op de visionair die het klaarkrijgt mijn Samsung A52 5G in mijn brein in te planten en hem te laten communiceren met mijn 22 zintuigen. De verbeterde versie van mezelf, klaar is Kees. En ach, waarom niet mezelf dan Data Kees noemen.
Ik. Ben. Verwonderd. Over. Het. Mondjesmaat. Toevoegen. Van. Nieuwe. Woorden. In. De. Van. Dale.
Afluistercamera. Apenstaartgeneratie. Contactloos. Datazondvloed. Deradicaliseren. Doe-het-zelfkassa. Dronepiloot. Drugsezel. e-scooter. Filesharing. Flitsverkoop. Gamificatie. Gasbeving. Gevoelscultuur. Groepsselfie. Hiernumaals. Hyperlokaal. Keukentafelgesprek. Klimaatprofeet. Lucky-shot. Metalhead. Metadata. Nanogeneeskunde. Oktoberfeest. Omgevingsdeterminisme. Onesie. Opportuniteitskosten. Ouderenparticipatie. Panseksueel. Piekorgasme. Plattelandstoerisme. Pop-uppen. Publicatiedruk. Puddingbeen. Pushbericht. Rapedrug. Raten. Riviergeul. Robotmaaier. Ruimtesprong. Schakeljaar. Schapruimte. Smaakbalans. Statusupdate. Steadycam. Systeemrelevant. Technerd. Tinderen. Totalbodyscan. Touchtelefoon. Tracken. Verkeerscamera. Videochatten. Virtualrealitybril. Wietzolder. Wowmoment. Zorghoreca.
Ik. Sta. Paf. Van. De. Resem. Weirde. Woorden. Die. Tijdens. Mijn. Leven. Van. 1960. Tot. 2020. Het. Levenslicht. Hebben. Aanschouwd.
Nozem. Gastarbeider. Happening. Maanlanding. Gijzelingsactie. Oliecrisis. Luchtverontreiniging. Abortuswet. Neutronenbom. Aids. Kunsthart. Vredesmars. Draagmoeder. Asielzoeker. Computervirus. Gentherapie. Hormonenmaffia. Gekke-koeienziekte. Millenniumbaby. Tsunami. Weblog. Gamen. SARS. Googelen. Swaffelen. Spammen. Ontvrienden. Comadrinken. Twitteren. Tentsletje. Flitsmarathon. Stoeproken. Pedopriester. Selfie. Sjoemelsoftware. Crowdfunding. Brexit. Snapchat. Coronaproof. Hoestschaamte. Knuffelcontact.
Astrofysisch. Gesproken. Ben. Ik. In. Mijn. Nopjes. Nu. Ik. Alle. Ingewikkelde. Woorden. Uit. Het. Einde. Van. Alles. Door. Katie. Mack. Me. Eigen. Heb. Kunnen. Maken.
Antimaterie. Blauwverschuiving. Braan. Deeltjesversneller. Donkere-energie. Donkere-materie. Dopplereffect. Elektron. Godsdeeltje. Hubble-telescoop. Kosmologie. Kwantumtunneleffect. Neutronenster. Parallax. Proton. Quark-gluonplasma. Radiotelescoop. Roodverschuiving. Satelliet. Singulariteit. Snaartheorie. Supernova. Tijdreis. Vacuümbel. Virgocluster. Warmtedood. Zwaartekrachtgolf. Zwart-gat.
Om. Maar. Te. Zeggen. Dat. Woorden. Niet. Altijd. Even. Gemakkelijk. Komen.
Er wordt wat geëxperimenteerd, nietwaar? Want niets lukt van de eerste keer. Er gaan jarenlange onderzoeken aan vooraf, en dan ineens is het er, werkt het en kunnen ze het de wereld insturen opdat iedereen het zou kunnen gebruiken. Mag ik daarom een lans breken voor de wetenschappers overal ter wereld? Nerds zullen hun vingers ervan aflikken.
Hoe een experiment afloopt, dat kunnen we zelfs voorspellen met behulp van de kwantummechanica. Alleen is die materie moeilijk te begrijpen. De kwantumwetenschappers, waaronder Niels Bohr, beweerden dat een elektron onder invloed van straling zelf beslist wanneer het van energieniveau zal veranderen en in welke richting het dat zal doen. Einstein vond het maar een spooktoestand. Hij dacht dat het een fout was in hun berekeningen. Als dat waar was had hij liever een timmerman geweest.
Volgens Einstein bepaalt mijn locatie en mijn snelheid mijn nu. Er is geen universeel nu. Hij stelt tevens in zijn speciale relativiteitstheorie dat informatie niet sneller dan het licht kan reizen. De kwantumtheorie is hiermee niet in strijd omdat er geen informatie wordt overgebracht wanneer verstrengelde deeltjes instantaan, onmiddellijk dus en zelfs over grote afstand in de ruimte, op elkaar reageren.
Chinese wetenschappers zijn er al in geslaagd satellietverbindingen via laser te beveiligen met een set verstrengelde systemen in combinatie met een klassiek informatiekanaal. Zodra een hacker de verbinding wil kraken, schakelt het systeem automatisch over naar een andere optische verbinding. Er zijn ook experimenten gaande om te zien of verstrengeling het resultaat is van retrocausaliteit, waarbij deeltjes even in het verleden reizen om door te geven hoe het verstrengelde deeltje in de toekomst moet reageren.
Elektronen kunnen dus op twee plaatsen tegelijk zijn. Mensen kunnen dat niet. Daarvoor hebben we negatieve graviteit nodig, iets dat niet aantrekt maar dat alles wegduwt. Maar omdat die negatieve zwaartekracht nergens te vinden is zullen we oorzaak en gevolg niet zo direct kunnen omkeren. Trouwens, in zo’n verdraaid heelal zouden we geen vrije wil meer hebben en dat zou allicht tot heel rare toestanden leiden. Kijk, zelfs in mijn tekst moet uit het ene, het andere vloeien opdat de lezers goed zouden kunnen volgen.
De thermodynamica, van lage naar hoge entropie, geeft de tijd een richting. Het heeft geen zin de wijzer terug te draaien omdat tijd alleen in ons hoofd zit. Ons brein compenseert, masseert, onze perceptie van tijd. Soms doet het gebeurtenissen vertragen, andere keren versnelt het ze. Als we te veel informatie via het gehoor en het gezicht binnenkrijgen, sluit ons brein zich af om te verhinderen dat het nog meer informatie moet vergaren. Dan slaan we tilt. Bovendien is onze reactietijd tussen iets zien of horen en daarop reageren nogal traag. Maar dat is goed, want anders was tv-kijken onmogelijk. Ons brein helpt ons immers alle stilstaande beelden die op ons netvlies vallen aaneen te rijgen tot een vloeiende stroom.
In een liederlijke bui heb ik mijn trouwe huisgenote ooit een sms gestuurd waarin ik de kwantumtheorie gebruikte om haar eigenwijs mijn oneindige liefde te verklaren: De onzekerheid die mijn brein voortdurend beheerst is een gevolg van mijn elektronen die uit eigen vrij wil beslissen om van energieschil te veranderen, in eender welke zin. Ik heb zin om je vol op de mond te kussen. Als je ook goesting hebt, laat het me maar op tijd weten. Jouw leven gemakkelijker maken is alles wat ik in mijn leven nog wil doen.
Ik heb van mijn trouwe huisgenote als cadeautje onder de kerstboom een Huawei Band 2 Pro gekregen. Hier volgt een korte review: leuk dingetje, vermoedelijk niet heel accuraat maar doet wat het moet doen voor weinig geld. Wie ook de lange review wenst, leest gewoon verder.
Ik vond dat ik wat te sloom werd, te zwaar en te lui, en ik vroeg me af of er iemand me wilde bewegen tot bewegen. In plaats van iemand vond ik iets, want iedereen had het over de Fitbit. Wat was in godsnaam een Fitbit? Blijkbaar is dat een wearable in de vorm van een activity tracker. Nu weet je nog niets, zeg je? Wel, het is geen gewoon horloge maar een horloge dat mijn activiteiten opslaat in een poging mijn verdoken sportiviteit om te zetten in een goed-in-mijn-velgevoel, en dat me aanspoort te bewegen als ik wat te lang heb stilgezeten.
De tracker meet mijn hartslag terwijl ik wandel, loop, fiets of zwem. Ik zwem niet graag, en van fietsen of rennen zweet ik te veel. Maar het ding neemt per default aan dat ik ga stappen, dus dat treft, en dan bedoel ik niet op stap gaan om iets te drinken. Als ik iets anders wil doen moet ik dat zo instellen, maar ik ga dus op wandel, want mijn stappen tellen, dat kan mijn Huawei het beste, minstens 10.000 per dag. Ik zal flink moeten doorstappen terwijl de tracker als het ware zijn vinger aan mijn pols houdt.
Ik stel de tracker niet dikwijls als persoonlijke trainer aan omdat ik geen atleet wil zijn. Mocht ik toch een training kiezen, dan kan ik nadien zien hoeveel calorieën ik verbruikt heb. En de gps zorgt ervoor dat ik het afgelegde parcours op de smartphone kan bekijken. Een gsm kan een vervelend ding zijn wanneer je als jogger op pad bent, maar sommigen dragen hem in een band rond de bovenarm. Ik steek de telefoon in mijn binnenzak en wandel. Dan kan de tracker zich volledig concentreren op mijn stappen en hoeft hij me niet te waarschuwen als er iemand belt of een sms binnenkomt. En onderweg verloren lopen, daarvoor moet ik me al heel erg vergissen.
Wat me gedurende de dag opvalt is mijn lage hartslag in rust, want die zou volgens de tracker 60 zijn. Wat moet dat 's nachts zijn? Lager: 47. Want ik draag hem ook in mijn bed. Na een actieve dag wil ik nog creatief zijn, maar mijn slaapdokter heeft gezegd dat ik mijn bezigheden langzaam moet afbouwen. Ze heeft er ook op aangedrongen pas te gaan slapen als ik een klopje van de hamer krijg, eerder niet, want ik moet de lengte van mijn nachtrust laten afhangen van het tijdstip van opstaan en niet dat van slapengaan. Na 22u laat ik enkel nog tv-beelden tot mijn ogen toe, want daarvoor heb ik amper breincapaciteit nodig. En bij de eerste geeuw die langer dan vijf seconden duurt, maak ik me gegarandeerd klaar om te gaan slapen.
Ik ben altijd samen met mijn trouwe huisgenote naar bed gegaan, ik bedoel dus op hetzelfde uur. Vanwege de instructies van de slaapdokter volg ik haar nu pas een halfuur tot een uur later naar boven. Binnen 5 minuten ben ik in dromenland. Ik slaap mijn onschuldige slaap terwijl de tracker mijn hartslag meet en registreert. Af en toe sta ik op om te gaan plassen en dan ben ik ongeveer 4 minuten wakker, waarna ik weer inslaap. Licht en diep slaap ik, tot ik wakker word en opsta. De app op mijn smartphone ontvangt de gegevens van de tracker en interpreteert ze. Een volwassen mens slaapt doorgaans 15 tot 20% van zijn totale slaap diep. Ik haal vreemd genoeg een percentage van 40 tot 50%. De app feliciteert me en bevestigt dat ik uitgerust ben, zelfs op werkdagen. Accuraat of niet, voor mij is dat geweldig, maar mijn naasten zijn jaloers.
Ik wilde er eerst niet van wakker liggen, of de tracker het aantal stappen goed omrekent naar werkelijk afgelegde meters; hij heeft immers geen idee hoelang mijn gemiddelde voetstap is. Maar als de energie die je verbruikt om er een te zetten het belangrijkste is, hoef je niet te weten hoeveel km je hebt afgelegd. Een ander minpunt is misschien het feit dat de tracker regelmatig een lichte slaap tussen 13:30 en 14:00 registreert, precies wanneer ik na het nuttigen van het middagmaal onderuitgezakt in mijn zetel naar Elementary kijk. Blijkbaar is mijn hartslag dan zo laag dat het ding denkt dat ik slaap, licht slaap dan wel. Zal een duurdere Fitbit nauwkeuriger werken? Ach, als ik maar van dag tot dag kan vergelijken ben ik al wijzer. En wie weet ligt het prul binnen de kortste keren in de keukenlade of in een hoekje van de bureaukast. Uitgeteld.
Het is zonder discussie een goede zaak dat Belgische artsen in het buitenland zieke mensen gaan helpen. Petje af. Maar de huisartsen die ons Belgen moeten genezen, zijn die bekwaam genoeg om ons uit ons lijden te verlossen? Of het tenminste te verlichten? Als je weet hoelang een doktersopleiding duurt, zou je denken dat je in goede handen bent, maar is dat wel zo?
Het medische apparaat in België zit goed in elkaar, ook al zijn er mensen die denken dat het beter kan. We betalen de dokters royaal, krijgen een groot gedeelte van de onkosten via de ziekenkas terugbetaald en we voelen ons weer een tijdje beter. Als er structureel iets mis is met je lijf en leden, als het euvel bijvoorbeeld te zien is op een scan of echo, dan kan een operatie wel soelaas brengen. Maar als het niet zo duidelijk is waar de oorzaak zit, beginnen sommige dokters er met de pet naar te gooien. Probeer dat pilletje eens, begin met een halfje, en als het ongemak niet weggaat, neem er twee. Zo kunnen ze met medicamenten aan veel kwalen verhelpen, maar genezen doen ze niet altijd.
Hoeveel dokters heb ik al gehad in mijn leven? Niet veel. Maar mijn moeder zal het geweten hebben, want ik ben een probleemkindje geweest. Vanaf mijn vier maanden had ik eczeem, en vanaf mijn vierde jaar kreeg ik last van mijn ademhaling: in die tijd noemden ze het Cara, nu COPD. De huisarts in het dorp kon het allemaal aan door de juiste spuitjes te zetten, en de ziektes zijn tijdens de puberteit er uitgegroeid, maar ik ben er nog steeds niet van verlost.
Na mijn studies ben ik in Leuven gaan wonen om in Brussel te gaan werken. Een beeld van mijn toenmalige huisarts is me niet bijgebleven, wat misschien wil zeggen dat ik zelden ziek was in die periode. Tien jaar later kocht ik een huis in Hasselt, en aan het einde van mijn straat woonde een dokter. Die gaf me altijd de indruk dat mijn ziekte denkbeeldig was, wellicht omdat ik nooit iets ergs aan de hand had. Hij was als een vertrouwensman, iemand waarmee ik over mijn problemen kon praten, psychiaterwaardig. Volgens hem zat het euvel dikwijls tussen de oren, maar ik legde me nooit graag bij die diagnose neer. En verdorie nog aan toe, een scan of test in het ziekenhuis gaf hem telkens gelijk.
De dokter ging op 70-jarige leeftijd op pensioen en ik moest op zoek gaan naar een nieuwe huisarts. Ik koos voor een vrouw, een die me meermaals voorstelde voldoende groentjes te eten. Die kunnen een mens soms wel weer gezond maken, maar ze hielpen me er niet echt bovenop. Na enkele visites koos ik weer voor een mannelijke dokter omdat die de psyche van een man toch nog altijd beter kent. Ik was ondertussen 55 en hoorde langs alle kanten dat het verouderingsproces langzaam vat op me kreeg, dat ik aan het verslijten was, zoals een kledingstuk dat je veel draagt. Meer en meer slopen de pilletjes mijn leven binnen, niet wetend dat sommige middeltjes slechts placebo's waren.
Eind 2017 kreeg ik ineens te maken met een vervelende evenwichtsstoornis. In drie maanden tijd had ik tien bezoeken bij vijf verschillende dokters, onder wie twee specialisten. Het verdict? Stress. Ik, de rustigste mens van de wereld, had ineens spanningen van onbekende aard. Lag de reden bij mijn werk of leed ik thuis onder allerlei emoties? Of was het allemaal begonnen met de achteruitgang van mijn ogen? Schoof ik het dragen van een bril voortdurend voor me uit en belastte ik mijn brein zo erg dat het ging overcompenseren? Het moet zo wel zijn.
Mijn hart sloeg er soms naast en ik kon het niet meer tot bedaren brengen. Mijn maag raakte van streek en ik bouwde gestaag een slaaptekort op. Donkere gedachten dreven mijn brein binnen en het leven zag er ineens zo nutteloos uit. Het was vreemd om me niet meer zo goed in mijn vel te voelen. Mijn hobby's kregen geen aandacht meer en mijn werk maakte me lusteloos. Als mijn dokter mijn werkelijke gedachten had kunnen achterhalen, had hij mij vast en zeker een middel tegen depressies voorgeschreven. En dat kon een straatje zonder einde worden.
Volgens onderzoekers is er een verband tussen het innemen van een bepaald soort antidepressiva (SSRI) en agressie. Het zou bij sommige mensen een heel verkeerd effect hebben. Zij gaan dan over tot zelfmoord en in het slechtste geval brengen ze anderen zelfs om. Wat een mens zich toch allemaal in het hoofd haalt. Je kunt het soms niet verzinnen, zo macaber kan het ware verhaal zijn. Neem nu de copiloot die zijn collega-piloot voorstelde naar het toilet te gaan maar hem nadien niet meer in de cockpit binnenliet. Vervolgens zette de copiloot de hoogtemeter op 30m en liet het vliegtuig tegen een bergflank crashen. Ik noem zijn naam niet omdat hij 150 onschuldige mensen heeft vermoord. Onderzoek wees uit dat hij minstens 40 huisartsen had geraadpleegd. Zij hadden hem allerlei pillen voorgeschreven, maar geen van hen had hem uit zijn depressie kunnen helpen of had zijn bevindingen aan de dokters van de luchtvaartmaatschappij doorgegeven.
Met mij gaat het alweer wat beter. Ik kruip langzaam uit mijn dalletje en weet dat de lentezon me goed zal doen. Het beste wat mijn huisarts kon doen was een voorschrift voor de kinesist te schrijven. De verschijning en de oefeningen van de leuke kinesiste dragen zeer zeker bij tot een heropflakkering van mijn gezondheid.
Ik ben verrast wanneer ik op tv een clipje zie over een MUG-drone, die van de Mobiele Urgentie Groep. Het ding komt van pas wanneer ik bijvoorbeeld tijdens het shoppen in een of andere stad op de stoep neerzijg vanwege een hartaanval. Iemand belt dan de hulpdienst en de MUG stuurt onmiddellijk een drone op weg terwijl ze in contact blijven via een smartphone – nog zo'n slim toestel – tot de drone bij me landt. Vervolgens legt iemand van de MUG-centrale via de luidsprekers van de drone uit wat te doen om mij te reanimeren. Zo gemakkelijk red je tegenwoordig een mensenleven.
Mijn broer huurt een dronepiloot om een bouwproject aan de Maas te filmen. De man bestuurt het toestel echter niet zelf. Hij geeft slechts de nodige gps-coördinaten in en de drone vliegt het parcours volautomatisch. Het promotiefilmpje ziet er heel professioneel uit. De cameraresolutie is opmerkelijk goed maar dat mag wel voor een toestel dat een paar duizend euro's kost. Ik drone met een Quadcopter van 89 euro, niet headless maar met mijn hele hoofd erbij. Dat wil zeggen dat ik het op de moeilijke manier doe. Als ik via mijn afstandsbediening de drone van me weg laat vliegen is links links en rechts rechts. Laat ik hem rond zijn as draaien om terug te keren, dan is links ineens rechts en omgekeerd: een mindfuck vergelijkbaar met die van de finale in het tv-programma Kalmte Kan U Redden met Tom Lenaerts als presentator.
Voor mij primeert niet de video-opname maar het vliegen. Ik voel me als een kind wanneer ik het speeltuig op het voetbalplein tegenover mijn huis door een gat in het doelnet laat vliegen, of tussen bamboestokken laat slalommen. Of tijdens het oefenen op zolder wanneer het buiten te hard waait. De camerabeelden die ik op mijn iPhone ontvang zijn trouwens niet van de beste kwaliteit, de filmpjes zijn te schokkerig. Maar voor velen is hun drone de goedkoopste cameraman die ze zich kunnen veroorloven om hun sportevenementen te registreren en dat levert gegarandeerd spectaculaire beelden op. Voor anderen brengt hij online bestelde pakjes rond. De drone doet zijn ding tijdens zoek- en reddingsacties, hij inspecteert windturbines, dakbedekking en -isolatie, scant het interieur van gebouwen of bewaakt ze. In oorlogsgebieden speelt hij superspion en heeft hij het beste overzicht van het front. En terroristen uitschakelen, daar is hij heel goed in. Natuurlijk zetten ook criminelen drones in om hun deals af te handelen.
De drone is de ultieme robot om op afstand te bedienen. Hij schiet voor ons als satelliet de ruimte in om de zonnewarmte te meten. Hij vliegt waar geen mens ooit eerder is geweest – de Voyager 1 en 2 zou je als pionierdrones kunnen zien – en hij duikt zonder vrees in de mond van een vulkaan. Zelfs onder water zoekt hij naar vissen zodat de visser veel beter ziet waar ze zich verstoppen. Geen uren meer turen naar de dobber. Of was dat nu net de bedoeling? Weg van alle drukte rust opzoeken?
De meeste mensen zetten hun VR-bril op om zich in de virtuele werkelijkheid onder te dompelen en zich er over te leveren aan allerlei vermaak. Maar niet iedereen doet met de dronehipe mee. Mensen duiken de diepte in ook al kunnen ze de caissonziekte oplopen en hun leven erbij verliezen. Astronauten zoeken het levensgevaar op door in de ruimte te reizen ook al hebben ze met hun tere longetjes niets verloren in het luchtledige. Misschien komt het ooit zover dat de virtuele realiteit zo reëel wordt dat je ook kunt sterven in een doodgewoon spelletje. Dat doet me denken aan Videodrome, een film uit 1983 van David Cronenberg: een man ziet zichzelf op tv een kogel door het hoofd schieten en vervolgens herhaalt de scène zich in het echt, terwijl hij zegt: lang leve het nieuwe vlees.
Het lijkt erop dat we ons oude vlees niet meer nodig hebben, want de vooruitgang brengt ons waar wij maar willen. Wij zijn binnenkort overal zonder ons huis te moeten verlaten. Ik denk nu ook aan Surrogates, een film van Jonathan Mostow uit 2009 met Bruce Willis in de rol van een politieman die na jaren weer naar buiten moet om moorden op mensen die thuis liggen te dromen op te lossen. Stel je voor dat alles wat ons brein bedenkt ooit werkelijkheid wordt. Dan is het hek van de dam.
In de supermarkt hangen eind januari rode slingers en harten om je te helpen herinneren dat je je geliefde op 14 februari een cadeautje moet geven, of tenminste hem/haar op een leuke manier duidelijk moet maken dat je nog steeds even verliefd bent als toen. Ik ben al 10 jaar samen en ik laat geen enkele gelegenheid voorbijgaan om mijn trouwe huisgenote te zeggen dat ik haar graag zie. Op 28 januari 2016, uitgeroepen tot gedichtendag, heb ik het nog gedaan (zie februari 2016) en mijn liefje was ermee in haar nopjes.
Wij hebben beslist geen kindjes op de wereld te zetten, maar de mensen rondom ons zijn heel bedrijvig met het verzorgen van hun nakomelingen. Zonder LUCA, Last Universal Common Ancestor, of de laatste universele gemeenschappelijke voorouder van alle huidige organismen, waren er nooit mensen geweest. LUCA is voor velen een onbekende, maar ik wil er graag even over uitweiden omdat ik vind dat de afkomst van de mens heel belangrijk is.
Christos Ouzounis stelde LUCA al in 1996 op een bijeenkomst van de Fondation des Treilles voor, maar het heeft twintig jaar geduurd voordat ik er kennis mee kon maken tijdens een uitzending op National Geographic Channel. De makers van documentaires weten maar al te goed dat acteurs die hun show presenteren kijkers aantrekken. De stem van Morgan Freeman heeft me altijd al gefascineerd en ik bleef dus bij het zappen even hangen. Morgan legde gedreven uit dat al het leven op aarde een genetische code heeft die naar een gezamenlijke voorouder verwijst. LUCA is niet de eerste levensvorm, ook niet de primitiefste, het is de enige levensvorm die zo'n 3 tot 4 miljard jaar geleden de zeeën op aarde bevolkte en er overleefde. De toenmalige oerzee zou je kunnen zien als één immens groot levend organisme.
Natuurlijk zijn de Luca's van toen uitgestorven. Onze laatste cellulaire voorouder werd belaagd door virussen en gaf de fakkel door aan zijn afstammelingen. En de geëvolueerde versies van de oervirussen teisteren ons, moderne Luca's, nog steeds. Ze duiken uit het niets op, vallen zoveel mogelijk aan en nemen mensenlevens. Ze zijn niet uit te roeien. Nu het zikavirus zich verspreid vragen velen zich af wanneer de wetenschappers eindelijk alle ziektes zullen bannen, maar ze vergeten dat overbevolking ook zo zijn nadelen heeft.
Ook de computerwereld moet afrekenen met steeds weer nieuwe virussen. Het had allemaal veel eenvoudiger kunnen zijn, maar de complexiteit van de mediawereld vergroot almaar en malafide mensen blijven manieren vinden om uit alles geld te slaan waardoor ze de basisstructuur van de mensheid nog meer onderuit halen. Zonder paswoorden zou de hele economie als een kaartenhuisje in elkaar stuiken. Anno 1984 schreef ik programma's, compileerde ze tot executables, kopieerde applicatiebestanden op floppy's, verspreidde ze naar alle kantoren van de bank en moest bij het hele proces geen enkele keer een paswoord ingeven. De enige beveiliging was een speciale plastic sleutel waarmee ik de computerzaal kon binnengaan.
Nu zit ik met een heleboel paswoorden: om mijn smartphone te kunnen gebruiken, om mijn mail te openen of internetwinkels binnen te gaan. Ik raakte helemaal het noorden kwijt toen ik mijn mailbox van het werk op mijn iPhone wilde consulteren, want allerlei security-apps vroegen naar paswoorden: om mijn toestel te kunnen gebruiken, om de simkaart te ontgrendelen, om me op het domein van mijn bedrijf in te loggen, en om een verbinding met de mailserver te maken. Samen met de uitbreiding van de sociale netwerken zijn gelukkig ook de helpdesks toegenomen en hun medewerkers staan natuurlijk te popelen om betalende gebruikers verder te helpen.
Toen ik me de antwoorden van de beveiligingsvragen voor mijn Apple-id niet meer kon herinneren, moest ik contact opnemen met de helpdesk van Apple. Zij doen het altijd anders, dus ik belde niet. Nee, ik maakte via de computer een afspraak en liet me bellen op de dag en het uur dat ik had uitgekozen. En inderdaad, op het afgesproken tijdstip werd er gebeld, maar het had heel wat voeten in de aarde om een goede verbinding tot stand te brengen. Uiteindelijk kreeg ik een vriendelijke man aan de lijn, een die duidelijk van Nederlandse afkomst was en onmiddellijk doorhad dat ik een Belg was. Meermaals liet hij mij weten dat ik niet ongerust hoefde te zijn. Hij zou het probleem oplossen, en anders haalde hij er wel hulp bij. Van de Schepper of zo? Och god, op die momenten denk ik: was ik nog maar LUCA.
Op het kerkhof van Hasselt hielp ik mijn trouwe huisgenote naar de grafzerk van een dierbare overledene zoeken. We wisten enkel dat hij rond de eeuwwisseling was gestorven. Terwijl mijn vriendin de ene rij voor haar rekening nam, controleerde ik de namen van de andere rij, enzovoort. Het kerkhof van Hasselt is groot en de graven zijn niet systematisch opgesteld, dat betekende dat we de zoektocht na een halfuur moesten staken. De man was ooit spoorloos verdwenen, en nu ook zijn zerk. Toen bedacht ik dat de mensen die rondom begraven lagen ook zomaar van het gezicht van de aarde waren gevaagd. Hoeveel mensen zijn er ooit gestorven? En waarom leefden zij?
Voor mijn 54ste verjaardag in 2014 kocht mijn broer de heruitgave van een klassieker: Broers, geschreven door Bernice Rubens, een Litouws-joodse schrijfster, en uitgegeven in 1983. Ik legde het lijvige geschrift weg in de mening dat het een boek als een ander was. Als je weet dat ik in juli jarig ben, kun je met reden zeggen dat het vrij lang duurde eer ik het in december weer opnam. Het was me al snel duidelijk dat het niet zomaar een verhaal was. Ik vond het groots, nog voor ik halfweg in het boek een lovende recensie erover op het internet las.
Ik lees normaal politieromans of thrillers, maar dit verhaal speelt volledig buiten mijn belevingswereld af. Broers vertelt over 4 generaties joden in de negentiende en de twintigste eeuw, van het Odessa ten tijde van de tsaar, over de Engelse mijnwerkersproblemen, tot de Duitse concentratiekampen en de Russische ziekenhuizen voor dissidenten. Mijn broer is slechts 13 maanden jonger dan ik en we zien de wereld rondom ons min of meer hetzelfde. Dat kun je niet van de broers in het boek zeggen, want zij hebben het moeilijk bij het kiezen tussen zich voor jood durven uitgeven of het verdringen.
Misschien wilde mijn broer met zijn gift enkel refereren naar de sterke band die er tussen twee broers kan zijn, maar ook voor mensen die geen broers of zusters hebben zal het boek een openbaring zijn, zeker als niet-jood. Ik kan mijn broederschap nauwelijks vergelijken met de broers in het boek omdat mijn broer en ik in een tijd leven waarin ideologieën minder uitgesproken hun stempel op de mensheid drukken. De tirannen maken plaats voor terroristen, want nog steeds leiden verschillen in religie en ras tot aanslagen.
Mijn ouders hebben de tweede wereldoorlog meegemaakt. Zoiets tekent een mens, vanwege traumatische gebeurtenissen zoals bombardementen en gesneuvelde familieleden. Mijn broer en ik zijn nauwelijks in aanraking gekomen met onderdrukking door leger of dictators, maar we schrijven er wel over; mijn broer via gedichten en ik via geschriften. We denken erover na, we houden de vinger aan de pols. Wij doen dat gratis maar journalisten over heel de wereld verdienen er hun brood mee.
Begin januari kwam de terreur akelig dichtbij toen twee extremisten zich in een bos in Noord-Frankrijk verschansten nadat ze in Parijs twaalf mensen in koelen bloede hadden gedood, waaronder journalisten van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. Het blijft voor mij een ver-van-mijn-bedshow omdat ik ruimdenkend ben, en als iets me niet aanstaat krijg ik me niet zover om mijn stem te laten horen, of ervoor op straat te gaan en te betogen, stil of met herrie. Liefst kruip ik in de pen. Zo kan ik beter overleven, en dat is nu net de boodschap die de broers in het boek van Bernice Rubens elkaar generatie na generatie doorgeven. Maar overleven betekent zwijgen, ook al wil je het uitschreeuwen om een einde te stellen aan allerlei malafide praktijken.
In Broers komen onderwerpen ter sprake waarvan je zou zeggen: dat kan niet, dat bestaat niet. Bernice vertelt over het vermoorden van mensen in het concentratiekamp van Buchenwald. De diensdoende arts vraagt een gevangene tijdens een zogenaamd medisch onderzoek tegen een muur te gaan staan om diens lengte te kunnen meten. Daarvoor moet het slachtoffer naargelang zijn grootte op een van de drie trapjes gaan staan. Op die manier krijgt iemand achter de muur de kans om de gevangene door een gat net ter hoogte van de slaap een kogel door het hoofd te jagen. En wat denk je over een van de manieren waarmee de Russische staat haar dissidenten probeerde klein te krijgen? Bernice noemt het de oprol. Op het internet heb ik er niets van teruggevonden, maar ik kan me niet voorstellen dat de schrijfster dit heeft verzonnen. Ze omwikkelen het slachtoffer met een harnas van natte repen canvas die bij het opdrogen krimpen, wat natuurlijk een heel benauwd gevoel geeft. Ze verlossen hem pas uit de knelling wanneer zijn polsslag dreigt weg te vallen. Die procedure herhalen ze elke dag opnieuw, een week lang. Het kan iemand psychisch breken. Normaal gebeuren er zo'n dingen niet, maar wat is normaal? Soms kan de taal zo bedrieglijk zijn, schrijft Bernice Rubens, dan kun je enkel kiezen voor de stilte. Onderschat de reikwijdte van haar woorden niet. Mijn woorden wil ik echter minimaliseren.
Mijn broer weigerde soldaat te spelen en ging als gewetensbezwaarde aan de slag bij Amnesty International. Hij maakte er kennis met wereldwijde verdrukking vroeger en nu. Het was zijn manier om te overleven. Het leger wilde mij niet omdat ik te zwakke longetjes had; toen was het nog een verplichte dienst. Als ik had moeten gaan, had ik me wellicht niet verzet. Het is altijd de vraag hoever je je laat domineren door staat en kerk. In een democratie kies je je vertegenwoordigers. Je gaat ervan uit dat de regels die zij opstellen voor heel het volk een goede zaak zijn, maar er valt altijd wel een deel uit de boot. Er zullen altijd lieden zijn die de gevestigde orde willen ondermijnen. Voor het avontuur of voor hun ideaal. Pas als alle mensen die in een bepaalde cultuur zijn opgegroeid, zich kunnen inleven in de cultuur en geschiedenis van een ander zal er harmonie onder de volkeren van deze wereld heersen. Door in West-Europa te gebeuren, ben ik met mijn gat in de boter gevallen. En ouders die goed opvoeden, die heeft niet iedereen. Ik hoop dat er altijd iemand zal zijn die u van de dwalingen uwens weegs terugbrengt.
Sint-Valentijn heb ik vorig jaar al besproken. Voor de rest heeft februari aan feestdagen niet veel te bieden. En toch is het een opmerkelijke maand want hij is de enige die slechts 28 of 29 dagen telt. Hoe is dat zo gekomen?
Niemand minder dan Augustus (hooggeachte) Julius Caesar is daar verantwoordelijk voor. Het hele probleem van het aantal dagen in een maand zit verborgen in het feit dat er geen enkel verband is tussen de aardomwenteling per dag en de aardomwenteling rond de zon per jaar; of het tropische jaar. Julius nam twaalf maanden van dertig dagen en gaf vijf maanden een extra dag. Omdat een jaar een kwart dag langer dan 365 dagen duurt, nam hij een dag van februari af. Op de koop toe eigende hij zich nog een dag van februari toe om zijn maanden juli en augustus 31 dagen lang te maken. Februari telt daarom dus 28 dagen. Maar om de vier jaar is februari 29 dagen lang, waarmee 4 kwartdagen 1 schrikkeldag vol maken. Nu is een jaar niet precies 365 dagen en 6 uren lang maar 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en bijna 46 seconden. Om die reden zijn alleen eeuwjaren deelbaar door 400 een schrikkeljaar. Op de koop toe is er om de 128 jaar geen schrikkeljaar. En dan nog klopt de rekening niet. Correcties blijven nodig omdat het zonnejaar varieert door de precessie van de aardas en de afnemende omwentelingssnelheid van de aarde door de getijdenwerking. Vandaar dat de tijdingenieurs hun atoomklokken regelmatig moeten bijstellen met een schrikkelseconde.
Wat wil ik met deze gedachtegang bewijzen? Dat de tijd niet bestaat en dat we hem dus zelf uitvinden. Nu hem nog invullen en we komen automatisch achter de zin van het leven. En wat is die zin? Dat we hem doodeenvoudig van generatie op generatie moeten doorgeven. Alleen heb ik de indruk dat de moderne mens die levensboodschap vergeten is. Zijn smartphone slorpt zijn volledige aandacht op. Het leven zoals het vijftien jaar geleden nog mogelijk was, is op weinig plekken op aarde nog te beleven. Amerikanen die gevoelig zijn voor elektromagnetische straling vluchten naar Green Bank, West Virginia. Ze vestigen zich in de Radio Quiet Zone van een radiotelescoop die zwakke straling uit het heelal opvangt en voelen zich er stukken beter. Zo ver wil ik niet gaan, maar ik trek me wel meer en meer terug in mijn huis om de kakofonie te ontlopen. Ik had al eerder wifi-ontvangst van buren, maar nu ik zelf wifi heb lijk ik ineens slechter te slapen. Ofwel heeft mijn trouwe huisgenote er last van en houdt haar gewroet mij uit mijn slaap; op de koop toe is haar gsm haar wekker. In huis laat ik mijn smartphone zo ver mogelijk van me af liggen, ook vanwege het helse kabaal dat hij maakt als iemand belt of een alarm afgaat. Oké, dat heb ik zo ingesteld omdat ik niet meer zo goed hoor.
Wat wil ik met deze gedachtegang bewijzen? Dat al die trillende toestanden onzichtbaar zijn, maar dat ze wel bestaan. Voor een buitenaardse ruimteonderzoeker moet de aarde nogal Radio Ga Ga zijn. Wij zijn voor hem het bewijs dat het heelal niet uitdijt, maar dat de tijd vertraagt tot hij stilstaat.
Eerst maak je jezelf wijs dat je haar graag ziet, en toevallig doet zij hetzelfde op dat eigenste moment. Je genen geven hun onherroepelijke instructies door aan je hormonen en het liefdesritueel kan beginnen. Je denkt dat je een vrije wil hebt, maar het zijn de genen die je sturen.
Was het de bedoeling om te evolueren naar de moderne mensen die we nu zijn? Ofwel we zijn nog te dom om door en door menselijk te zijn, ofwel we zijn te slim en steken de Schepper naar de kroon, want wij kunnen zelf wel een halt toeroepen aan de wroetende wil van de genen. Zij hebben het niet langer voor het zeggen in onze poging de wereld te behoeden voor overbevolking. We beleven liever de lust en het genot bij het verwekken van kinderen dan ze daadwerkelijk scheppen, hoewel baby's nog steeds vreselijk in zijn.
Alles wijst erop dat we de aarde ooit zullen verlaten om uit te groeien tot een heelalmens, een ras van uitverkoren supermannen en -vrouwen die de weg banen voor de eenvoudigere soort, een die meer plaats nodig heeft om zich voort te planten. Dat zal nodig zijn, ondanks de oorlogszuchtigheid waarmee we de wereldbevolking decimeren, ondanks de hongersnoden en natuurrampen die over onze heetgebakerde hoofden razen.
Maar zover is het nog niet. We krijgen steun van de heiligen die ons verdriet zullen verlichten. De armere mensen in de onderontwikkelde landen hebben gegarandeerd hun eigen martelarenbijstand en ik vermoed dat ze nog nooit van Sinterklaas hebben gehoord, laat staan van Valentijn. De laatste is als martelaar gestorven tijdens de christenenvervolging in de derde eeuw na Christus, meer bepaald op 14 februari, de dag waarop hij zou onthoofd zijn. In de beschaafde delen van de wereld aanbidden katholieken deze priester of bisschop al meer dan 1500 jaar.
De verhalen en legenden die de ronde over dit vrome heerschap doen, zijn me te vaag om ze door te vertellen, maar ik hoop dat er een kern van waarheid in zit. Het lijkt erop dat paus Gelasius in de vijfde eeuw na Christus met de introductie van Sint-Valentijn Kerstmis en Pasen wilde overbruggen, tenminste als je je niet devoot genoeg voelt om Maria-lichtmis op 2 februari te vieren, veertig dagen na de geboorte van Jezus.
Martelaar of niet, Sint-Valentijn heeft een vast plekje in het heiligenboek gekregen en zal voor eeuwig verliefden inspireren te doen wat de passie hen inspreekt. Liefde onderscheidt de mens van de andere dieren. Het zou de grootste problemen uit de wereld helpen als we allemaal verliefd op elkaar waren. Wijselijk houden we het echter bij één geliefde voor het leven, de ware waarmee we trouwen, of twee, waarmee we samenwonen, of meer liefjes naargelang ons liefdesleven zijn tol eist.
Misschien ben je al dikwijls verliefd geweest maar vonden je liefjes altijd wel een goede reden om een andere vriend te kiezen. Ook ik heb die ervaring. Een relatie kan enkel bevredigend zijn als de liefde wederzijds is. Aan platonische liefdes heb ik niet veel, enkel het idee van een geestelijke hartstocht voor de mooiste creatie van alles: de vrouw, want ik ben een man. Omgekeerd is het beeld minder spectaculair: de vrouw die naar de ideale man opkijkt. Om vrouwen aan te trekken, moeten mannen op een baby lijken. Ook dat zit vastgebakken in onze genen: een ouder zal beter voor zijn kind zorgen omdat het mooi is. Dus, ik zeg het voor eens en altijd: lelijke baby's worden niet geboren.
Mijn trouwe huisgenote en ik hebben besloten geen kinderen op de wereld te zetten. Onze aandacht gaat honderd procent naar elkaar uit en we zijn twee handen op een buik. De vrijheid die we hebben maakt ons niet overgelukkig, soms voelen we ons zelfs triest. Er zijn genoeg situaties waarin duidelijk blijkt hoeveel rijker het leven van een vader en moeder kan zijn. Als jij een ouder bent, hoef ik dat niet eens uit te leggen.
Mijn vriendin vindt me wel een lief ventje, maar ze heeft liever een man met ballen. Mijn vrouwelijke trekjes zal ik nooit meer kwijt raken, hoewel ik me helemaal hetero voel. In een wereld vol openheid over de geslachtelijkheid mag ik geen afkeer hebben voor homofielen. De natuur zit ongelooflijk goed in elkaar, maar er sluipen foutjes in het ontwerp. Er is geen specifiek bouwplan van de mens en de mutaties in de genen zullen onze evolutie bepalen, dan is de baan eindelijk vrij voor meer mensheid. Ondertussen zal elk menselijk wezen de roep van het liefdesgen beantwoorden en expressie geven aan zijn zinderende zwaartepunt.
Iedereen moet zijn persoonlijkheid als het belangrijkste beschouwen. Ook in mijn relatie met mijn trouwe huisgenote zullen daardoor ruzies onvermijdelijk zijn. Maar ze zullen geen breuk veroorzaken omdat ik in haar ogen de meest symmetrische, de knapste, de slimste, de geurigste en de rijkste man van de wereld blijf. En om ons verhaal nog wat fantastischer te maken: zij lijkt verdomd veel op die-gene die ik wil zijn. Wees dus voortdurend verwonderd over het bonte leven op aarde. Plant je voort, maar met mate.
En dan heb ik in dit leesstuk van bijna 1000 woorden niet één keer de woorden seks en God gebruikt. Godverdomme.
© EYGEN-BOEKEN.be
Online sinds 25/05/2012
Alle rechten voorbehouden
Versie 12.08
Page update 24/07/2024