Kris' gedachten van augustus

2023 Moet ik de gordijnen dicht laten, of licht maken?

Foto

Met de installatie van de James Webb-ruimtetelescoop is een nieuwe wereld opengegaan. Wetenschappers kunnen nu sterrenstelsels zien die zich op 30 miljard lichtjaar van de aarde bevinden, en individuele sterren treffen ze al aan op 27 miljard lichtjaar. Ook de allereerste sterren zijn te zien, op 25 miljard lichtjaar van hier, nochtans ontstonden die pas honderd miljoen jaar na de oerknal. Dat kan ik al een heuse ruimteeigenaardigheid noemen, want hoe kunnen sterrenstaarders dat oude sterrenlicht toch zien als het heelal maar 13,8 miljard jaar oud is? Allereerst is het heel belangrijk onderscheid te maken tussen jaren en lichtjaren. De oudste sterrenstelsels bevinden zich op vele lichtjaren van de aarde, en een lichtjaar is een afstand. Maar de ouderdom van het heelal wordt uitgedrukt in jaren, en dat is tijd.
  Alles begon met de oerknal. Sindsdien dijt het heelal almaar sneller uit waardoor het licht van de verste sterrenstelsels maar 13,5 miljard jaar heeft moeten reizen om tot hier te komen, terwijl ze meer dan het dubbel verder weg staan. Een lichtstraal die ononderbroken zijn reis begon net na de oerknal heeft ondertussen 46,5 miljard lichtjaar overbrugd, dat betekent dat het waarneembare heelal een bol is met een diameter van 93 miljard lichtjaar, met de aarde als middelpunt.
  Het wordt nog beter: hoe verder sterrenstelsels van elkaar staan, hoe sneller ze uit elkaar bewegen, en als die afstand meer dan 14 miljard lichtjaar is, overschrijdt hun beweging de snelheid van het licht. Einstein lag daar niet wakker van, want hij wist dat de ruimte de illusie geeft dat sterrenstelsels bewegen. Zijn relativiteitstheorie houdt enkel rekening met de snelheid van dingen in de ruimte, maar de ruimte zelf mag zo snel ze wil groeien. Vergelijk het met een rijzend krentenbrood: de krenten bewegen van elkaar maar moeten daarvoor niets doen.
  Het heelal is dus heel groot, maar omdat niets oneindig splitsbaar is moet het eindig zijn. En dat heeft als gevolg dat alle mogelijke atoomtoestanden zich kunnen herhalen. Het klinkt dan niet zo gek als ik zeg dat een versie van mezelf in 1982 een andere studie volgt en steenrijk wordt, en een andere versie gaat als arme Afrikaan dagelijks 30 km te voet naar een bron om water te halen. Ik prijs me gelukkig als Belg, echt waar. De enige moeilijke keuze die ik moet maken is ’s morgens bepalen of ik de gordijnen open of niet. Het ligt aan het licht. Als de lichtstralen te hevig zijn blijven ze gewoon dicht. Foto

De James Webb-ruimtetelescoop, de nieuwe god

Waarom is de James Webb-ruimtetelescoop zo goed in wat hij doet? Omdat zijn spiegel het mogelijk maakt heel ver te kijken. Bovendien bevindt hij zich op de perfecte plek om zijn werk te doen. De afstand zon-aarde bedraagt 150 miljoen kilometer. In het verlengde, 1,5 miljoen kilometer verder, draait de ruimtetelescoop met de aarde en de maan mee rond de zon, welbepaald in het tweede Lagrangepunt. Het is te ingewikkeld om uit te leggen waar dat punt zich exact bevindt. Het is voldoende om te weten dat de telescoop de nachtelijke hemel observeert zonder gestoord te worden door aarde en maan, want die bevinden zich altijd achter de telescoop. De kijker is naar buiten toe gericht, weg van de zon dus, het heelal in, het zichtbare gedeelte ervan.
  Mijn smartphone houdt me dagelijks op de hoogte van de bevindingen die wetenschappers maken met behulp van de telescoop. Ze hebben bijvoorbeeld de leeftijd van de eerste sterren kunnen bepalen, en die zouden ouder zijn dan 13,8 miljard jaar. Er zijn ook sterrenstelsels waargenomen 300 miljoen jaar na de oerknal, maar ze zien eruit alsof ze al veel ouder zijn. Normaal kun je via roodverschuiving van verre sterrenstelsels de snelheid bepalen waarmee het heelal uitdijt. Die verschuiving is te wijten aan het feit dat de lichtfotonen moe worden tijdens hun reis door de kosmos. En als het heelal langzamer uitdijt dan eerder gedacht moet het ook ouder zijn. 26,7 miljard jaar om precies te zijn.
  Hoe meer wetenschap ik vergaar over de oneindig lijkende ruimte via internet en tv-series, hoe zekerder ik ben dat het leven op aarde een toeval is. Ik denk zelfs dat het heelal waarin wij vertoeven enkel bestaat om een planeet zoals de aarde te kunnen creëren. En dan zul je zeggen: Jij bent gek. Nee, er zijn nog ontelbare heelalbellen die fungeren als kraambedden voor werelden zoals de onze. Ik ben ervan overtuigd dat er geen enkele goddelijke entiteit nodig is om die creaties te verwezenlijken. Neem een soepje van stofdeeltjes, laat elektronen rond protonen dansen en geniet van het lichtspektakel. Hoop er heel erg op dat de chemie der moleculen op gang raakt en Kees is bijna klaar. Sterren en planeten vervormen de ruimtetijd en creëren volautomatisch zwaartekracht. Die ligt aan de basis van alle wisselwerkingen tussen materie en energie. Zonder die kracht zou er niets zijn. En nu blijkt die zo ondoorgrondelijk dat je er het huis van God zou kunnen verwachten. In een zwart gat.

2022 Ode aan een dode

Foto Ma is 87. Ze kan moeilijk uit de voeten met allerlei praktische zaken, en mentaal voelt ze zich ook niet meer zoals elf jaar geleden, toen pa nog onder de levenden was. Het huis is te groot voor haar alleen. De tuin ook, maar daar heeft ze een tuinman voor. Vroeger was dat pa, nu doet hij de kasteeltuinen van de hemel. Ik zou ma meer moeten helpen, maar dat gebeurt zelden. Gelukkig hebben mijn broer en zijn vrouw het meeste werk naar zich toegetrokken omdat ze in hetzelfde dorp wonen. De afstand tussen onze woonplaatsen is niet verwaarloosbaar, en de coronacrisis hielp ook al niet mee. Dus, toen ik op een woensdagmorgen bij haar op de stoep stond, was dat voor haar de leukste verrassing sinds lang.
  Het eerste karweitje bedacht ze al aan de ontbijttafel: de sleutel van de brievenbus was zoek, en ze zocht een manier om het deurtje alsnog zonder sleutel te kunnen sluiten. Dat lukte mij al snel. Vervolgens kreeg ik een versleten plumeau in de handen gestopt, waarmee ik de spinnenwebben in de kelder te lijf ging. Toen dat klusje gedaan was gaf ik de binnenkant van haar auto een goede stofzuigerbeurt, omdat ze geregeld taxi speelt voor haar vriendinnen. Nadien verhuisde ik het bedje in de veranda naar de logeerkamer, hopelijk voorgoed. De twee nachtkastjes van mijn oude slaapkamer kregen een stoffig plekje op zolder, en met de plumeau ging ik het gordijn van het smalle zoldervenster te lijf, want voorbijgangers konden de vliegenlijkjes en spinnenwebben vanaf de straat zien zitten. De kranige vrouw hielp me zo goed ze kon.
  Op eigen initiatief begon ik de hobbykamer van pa op te ruimen. Ik werk meer met mijn hoofd dan met mijn handen, maar als ik toch aan de slag ga, doe ik dat blijkbaar te hevig en ondoordacht. Gegarandeerd doe ik me op een of andere manier pijn en komt er een ontsmettingsmiddel en een pleister bij kijken. Het is net alsof elk karwei gedaan moet zijn nog voor ik ben begonnen. Dat bleek nog maar eens toen ik een oude beeldbuis-tv onder het stof uit het huis wilde evacueren. Terwijl ik me met de tv vlot door de keukendeur bewoog haalde ik mijn linkeronderarm open aan de klink.
Foto

Pa omcirkelt het heelal, hij is nergens en overal

De hobbykamer van pa ademt niet meer de grandeur van weleer uit, want de waardevolle spullen zijn al lang geleden door collega-stekskesmannen opgekocht. Wat er nog rest zijn overblijfselen van de hobby waaraan pa vijftig jaar van zijn leven heeft opgeofferd. Zijn accordeon staat al sinds hij getrouwd is in de muurkast, werkeloos, maar die liet ik staan. De videorecorder ging de tv achterna, het ding had ik pa ooit gegeven zodat hij op zijn eigen kamer videofilms kon bekijken wanneer ma beneden de tv opeiste. Toen ik de inhoud van het tv-meubel controleerde, stootte ik op een stéréoscope met bijbehorende diapositifs van Lourdes, een viewmaster avant la lettre. Ook een antieke aansteker trok mijn aandacht.
  Ik nam mijn opruimingstaak ter harte en doorzocht ook het grote bureau met de nukkige lades op verborgen schatten. Het eerste wat me opviel was een doosje tablettes pour la gorge/keeltabletten, maar toen ik dat opende ontwaarde ik ouderwetse inktpennen. Hij had een heleboel van zijn favoriete luciferetiketten uit Zweden op witglanzend A4-papier gekleefd en met Indische inkt zwarte kadertjes eromheen getrokken. Na enig zoeken vond ik ook de bijbehorende houders voor de pennetjes.
  Het is voor mij een raadsel waarom hij ooit op een of andere ruilbeurs in België of Nederland zich een oude stéréoscope heeft aangeschaft. Ik weet niet of hij met de aansteker zijn sigaretten en sigarillo’s heeft aangestoken, maar die bezigheid zal ik niet in ere houden omdat pa indirect aan longkanker is gestorven, en omdat ik COPD heb. De inktpennen daarentegen heb ik meegenomen omdat ik met kalligrafie bezig ben. Pa gebruikte ze veel, dus als ik er weer mee begin te schrijven is dat een soort ode aan de man die ma hielp om me op deze aarde te laten gebeuren.
  Al die spullen maakten leuke herinneringen van mijn hersenpan los, hoewel ze in de jaren na zijn dood alweer ver van mijn bed zijn gaan staan, maar toen ik een los papiertje uit een lade nam en het omdraaide kwam ik toch wel weer dichter bij de pa die ik heb gekend: Ik hoop dat als ik sterf, ik een heel klein stukje Maasland mee naar de hemel mag nemen. Een bericht voor de toevallige vinder achterlaten, dat doet niet iedereen.

2021 Laat me niet lachen

Foto Koen Vanmechelen, realisator van het cultuurpark Labiomista in Genk, heeft op woensdag een column in Het Belang Van Limburg. Op 30 juni 2021 had hij het over memes. Het is altijd moeilijk om me de betekenis van het woord meme te herinneren, maar ik heb genoeg naslagwerken om die op te zoeken. De van Dale geeft me de perfecte uitleg: eenheid van culturele overdracht. Voor velen zal dat een vage omschrijving zijn, maar voor iemand die op social media zit moet dat overduidelijk zijn. Vanmechelen geeft voorbeelden die ik hier niet zal herhalen, het gaat hem er enkel om dat memes op een grappige manier iets ernstigs trachten te relativeren, bijvoorbeeld Covid-19. De conclusie van zijn stuk vind ik schitterend: samen schateren over de ellende die ons collectief getroffen heeft, is het begin van beter, mooier en hopelijk ook anders.
  Ik heb het in het afgelopen anderhalfjaar sporadisch over Covid-19 gehad, maar het dodelijke virus heeft voortdurend in mijn brein gemaald. Ik vraag me af hoelang het nog gaat duren eer we onbevangen, ongedwongen en ongeremd zullen kunnen doen wat we willen wanneer we dat willen, vooral dat wat we altijd al hebben gedaan zonder erbij na te denken. Mijn familie heeft me tijdens de crisis nauwelijks gezien en ze vinden wellicht dat ik overdrijf, op het eilandje dat ik met mijn liefste deel. Ik ben vooral bang dat het virus tot in de diepste cellen van mijn zijn doordringt om me psychisch én fysisch ten gronde te richten.
  Als 60-plusser heb ik me 2 keer naar het vaccinatiecentrum van Hasselt gerept in een poging het aantal kwalen dat ik al heb niet te vergroten. En ik ben heus niet alleen in mijn drang om mijn gezondheid zo goed mogelijk te behouden en zeker niet te doen verslechteren door zonder mondmasker op de bus te stappen. Daarover getuigde een artikel in Het Belang van 30 juli, waaruit blijkt dat een heleboel senioren nog steeds niet happig zijn op een terugkeer naar het verenigingsleven. Foto

Samen te voet onze ondergang tegemoet? Schik dan met spoed je gedachtengoed

Ik koop de krant voor mijn bejaarde moeder. Zij krijgt de papieren versie en ik lees die digitaal. Mijn moeder heeft altijd gemeend dat ik niet genoeg op de hoogte was van de gebeurtenissen in eigen streek, land en daarbuiten. Met de krant erbij ben ik mee en ik kan nu heel wat interessante onderwerpen aansnijden tijdens onze telefoongesprekken. Al meer dan anderhalf jaar is corona een dankbaar item gebleken. Ook het middagjournaal bekijk ik dagelijks, niet per se om 13:00 maar zo rond 15:00, nadat ik de afwas heb gedaan. Het bekijken van programma’s in uitgesteld relay heb ik trouwens ontdekt bij het begin van de crisis, terwijl die functie al vele jaren bestond. Er is echter een nadeel aan die informatiestroom via krant, tv en andere kanalen. Dag na dag rollen allerhande ernstige ongelukken en regelrechte rampen als tsunami’s over me heen. En nu weet ik bijna zeker dat we allemaal samen naar de verdommenis lopen.
  Juli begon beloftevol met stralend weer, in feite was het alweer te warm voor de tijd van het jaar, maar midden juli sloeg de stemming in België om toen dagenlange regen niet alleen waterellende veroorzaakte maar ook mensen doodde of hun volledige hebben en houden deed verloren gaan. De omringende landen kregen van hetzelfde laken een broek, zelfs China ontsnapte er niet aan. En op nog andere, al hete plekken zoals Australië, Californië en Turkije, veroorzaakte extreme hitte onblusbare bosbranden. Ik heb dus genoeg informatie om me depressief te kunnen voelen. Velen willen er de brui aan geven, maar ik heb geen zin om de hand aan mezelf te slaan door bijvoorbeeld naar Japan te reizen en in het Aokigaharabos aan de voet van de berg Fuji in een zee van bomen te verdwalen. Voor sommigen de perfecte plaats om te sterven.
  Het oorzakelijk verband tussen de stijging van de mondiale temperaturen en de wispelturigheid der elementen kan ik niet zo gemakkelijk bewijzen, maar de domste aardbewoner zal nu heel gemakkelijk een hallucinant beeld voor zijn geestesoog kunnen toveren waarin hij de hel op aarde zou kunnen herkennen. Volgens slimme wetenschappers kunnen we het tij nog laten keren. Ik zou zeggen: laat me niet lachen. Ik ben een mens en ik ken mezelf door en door. Wij willen én kunnen niet alles voorzien, we houden van avontuur. We zijn een beetje fatalistisch in alles wat we doen, maar dat wil nog niet zeggen dat de immense ruimtespons ons ooit zal opslokken. Desnoods vragen we Elon Musk, Jeffrey Bezos en Richard Branson een treintje ruimteraketten te maken zodat, als het plots te heet onder onze voeten wordt, we een tijdje rond de aardsintel kunnen cirkelen tot we een manier vinden om onszelf de grote leegte in te schieten.

2020 Bye bye miss American pie 2

Foto Deel 1 zie juli 2020

De zevende bewonderaar stelde twee scenaristen aan om de bewonderaars zoveel mogelijk te plagen met hun bedenksels. Eenmaal verlost van dat karwei mochten ze heengaan. Al blazend op zijn bazuin luidde de zevende bewonderaar de geboorte van het manuscript in.
  Ik nam snel het potlood uit het pennendoosje en likte eraan. Maar wat ik vervolgens zag gebeuren, schreef ik nog niet op. Een del verscheen in het dal. Ze straalde en de sterrenhemel ging met haar mee terwijl ze de berg beklom waarop ik me bevond. Naarmate ze naderde zag ik dat ze hoogzwanger was. Ze compliceerde de dingen.
  Een zevenkleurige arend kwam aangevlogen op het moment dat de del een kind baarde. Met zijn acht klauwen leek de arend zich op het kind te willen storten, maar de zevende bewonderaar kon de vogel met louter gedachtenkracht verrassen, waarna hij ter aarde viel. De arend hopte achter de del aan en probeerde haar met zijn bek te prikken. Een brullende beer dacht de del schrik aan te jagen maar was te log om haar veel kwaad te kunnen doen. De arend en de beer hoopten dat de briesende stier de del op zijn hoorns zou spietsen, maar die werd afgeleid door een menigte. De beer baalde en de arend trok zich terug om zijn kroost te voederen. De del vluchtte weg en keek niet om.
  De stier hield de menigte bewonderaars in bedwang. Zij probeerden te ontsnappen door banderilla’s in zijn nek te steken. Maar het beest genas. Een ander beest, de leeuw, verscheen voor de groep bewonderaars. Hij bewoog niet, hij stond daar als een standbeeld. Naar de bewonderaars die niet voor hem bogen grauwde hij. De anderen kregen een lik op hun voorhoofd omdat ze alles geloofden wat er stond geschreven. Bovenal bewonderden ze mijn schrijfkunst. Foto

Apocalypse nu: de schrijver in bewondering voor de lezer (1990 - 1999)

De zevende bewonderaar zei dat het uur u was aangebroken en stelde voor een verhaal te verzinnen over volkeren die liever wijn drinken dan oorlog voeren. Ik zat daar als een bekroonde schrijver en de zevende bewonderaar zei tegen mij dat ik mijn potlood op het papier moest zetten en me moest laten sturen door de personages. Die deden wat ze wilden, want het doel heiligde de middelen. Dus ik was virtuoos met het potlood en hoopte op een bestseller.
  De vijfde bewonderaar legde zijn potlood in het doosje en gaf de zesde bewonderaar de opdracht dat ook te doen. Zonder nog iets te zeggen legden de vijf overige bewonderaars hun potloden in mijn pennendoosje. Ik schreef, kraste woorden op het papier zonder inkt te laten vloeien. De wereld veranderde naargelang ik schreef. Het kwam aan op mijn bovenmenselijke schrijfkunst en de ondoorgrondelijke intelligentie die wijzen mij inspraken.
  Terwijl de gelikte bewonderaars op de berg liedjes zongen uit de gouden muziekdoos omringden de zeven bewonderaars mij. Ze hielden nu elk een perkamenten oorkonde voor zich open en lazen de inhoud een voor een af. De eerste maakte de gelikte bewonderaars opmerkzaam op het niet uitlezen van hun boeken, want dan zouden ze nooit nog een boek mogen kopen. De tweede bewonderaar wees erop dat diegenen die ezelsoren maakten nooit nog een boek in de bibliotheek mochten uitlenen. De derde bewonderaar wilde niet dat iemand met enig schrijfgerief woorden toevoegde, onderstreepte of doorhaalde. Anders moesten ze hun boek zonder terugbetaling inleveren.
  De vierde bewonderaar verbood het breken van de rug, met de bedoeling het boek tweedehands verder te kunnen verkopen. De vijfde bewonderaar sprak zijn ergernis uit over lezers die alleen nepnieuws lazen, en om nieuwe bewonderaars te lokken ontmaskerde hij nog niet de valserik, de dader of de moordenaar. De zesde bewonderaar gebruikte de opwarming van de aarde om de rivierbedding die van de ene berg naar de andere leidde op te laten drogen tot een weg die de bewonderaars naar mij zouden voeren.
  Bliksems flitsten en donderslagen rommelden. Zo maakte de zevende bewonderaar een einde aan het begin van het verhaal.

Deel 3 zie september 2020

2019 Hippe Heiligen

Foto In de Renaissance stelde de rooms-katholieke Kerk kunstenaars aan om het denken vast te leggen, voordat het voor altijd zou vervliegen. Allerlei kunsten bloeiden op, kijk maar naar de beeldhouwwerken en schilderijen uit die tijd. Michelangelo schilderde fresco’s in de Sixtijnse Kapel om de relatie tussen God en de mens uit te beelden. De schildering waarbij God en Adam elkaars wijsvingers aanraken omgeven door honderd naakte Adams is voor sommigen choquerend en die zeggen misschien wel: dit kan alleen een gek geschilderd hebben. Pas op, die tekst staat als half leesbaar graffiti op het schilderij De Schreeuw van Edvard Munch uit 1893. Maar het is niet duidelijk of de schilder het zelf heeft aangebracht of een vandaal die het museum bezocht.
  Gek zijn of zot zijn, dat is de vraag. Neem nu Desiderius Erasmus, een humanist uit de zestiende eeuw die in zijn Lof der Zotheid satirisch beschrijft hoe hij de menselijke dwaasheden uit de wereld wil helpen. Volgens hem hadden de kerkelijke ceremonies het christendom verpest. Hij hekelde de relikwieën- en heiligenverering, en wilde het bijgeloof eens en voor altijd verbannen, maar hij vergat dat de armen nood hadden aan de goddelijke kracht van de heiligen.
  Een tijdgenoot van Erasmus was de Duitse theoloog Maarten Luther. Luther beschrijft in zijn 95 stellingen de werking van de rooms-katholieke Kerk. Hij zag gelovigen liever direct communiceren met God in plaats van het opperbestuur in het Vaticaan. Tijdens de Reformatie kregen de kunst en de literatuur minder aandacht omdat sommige katholieken Luthers ideeën begonnen te volgen. Dat leidde tot het protestantisme.
  De reliekenverering in de rooms-katholieke Kerk hield stand, hoewel ze tegenwoordig aan strenge regels is gebonden. Ineens telt enkel soberheid terwijl eeuwenlang het mensbeeld via de ongelooflijke verbeeldingskracht van kunstenaars naar buiten kwam in statige beelden, ontzaglijke schilderijen en majestueuze gebouwen. Maar niet getreurd, er zijn nog steeds heiligen over de hele wereld. De boeddhisten in Oost-Azië vereren de as van Boeddha, en in Tibet bewieroken ze de relikwieën van de Dalai Lama’s.
  Maar in het westen beginnen nu de reclamegoden terrein te winnen. Daarom tracht ik, de pennenridder met oneindige verbeeldingskracht, als de patroonheilige van de gevleugelde woorden de moderne mensheid te behoeden van de ondergang. Ik schrijf en ik geef zelf uit. Ik heb geen hevige woordenwisselingen met mijn uitgever en hoef die niet te beslechten in een heus pennenlikkersgevecht. Ik hoef me niet uit te kleden en in mijn zwembroekje in een kannibalenkookpot op het vuur te gaan zitten, als reclamestunt voor mijn boek Te heet onder mijn voeten. Ik zeg wat op mijn hart ligt. Ik schrijf wat mijn gedachten me inspreken. Foto

Nog een deur naar het eeuwige leven

Ondanks mijn vastberadenheid lijk ik aan het DIS-syndroom te lijden. De ene keer voel ik me een maagd die Bella de koe melkt, hard rukkend aan de tepels. Tot mijn verbazing metamorfoseert het groene weidelandschap in een wateroppervlak van een visvijver, en via een magische wipe uit de montagetafel van een filmregisseur verandert dat in een spiegel. Wat ik dan wil doen? Met de knokkels van mijn tot vuist gebalde rechterhand op mijn eigen gezicht inslaan tot de spiegel aan diggelen breekt. Ik mag dan wel patrones van de zeelui en de boeren zijn, toch lijk ik dan meer op de boze heks die liever de rol van Sneeuwwitje in het sprookje speelt.
  De andere keer voel ik me pauselijk en onfeilbaar, als een caféhouder die dronken bezoekers weigert te laven. Terwijl ik een baby in de linkerarm houd, hijs ik met de rechter een pot bier en klink op de gezondheid van het kind. Ik ben een mentaal gehandicapte met het verstandelijke niveau van een zevenjarige omdat ik niet weet hoe ik het kind moet verzorgen; want de moeder van de kleine is met een pastoor ervandoor. Wat ik dan denk? Laat ik als een kat op de schutting kruipen en janken naar de maan, die gedeeltelijk verduisterd is door een naar adem happende aarde.
  Ja, onze wereld is er slechter aan toe dan we denken. De klimaatverandering moet ons zorgen baren nu de ene hittegolf op de andere volgt, nu de ijskap in Groenland zienderogen smelt. Ik weet niet hoe we het moeten aanpakken. Misschien is het een slecht idee om de hulp van de hippe heiligen in te roepen. Het zal allicht niet veel kwaad kunnen, denk ik zo. Of zullen we toch maar wat meer geld in de ruimte-exploratie steken nu we weten dat er 31 lichtjaren van hier een aardachtige planeet rond een zonachtige ster draait?
  We krijgen het niet alleen heet onder de voeten, maar ook onze hersens koken ervan. Worden we zot of zijn we al gek genoeg? Ik kan me voorstellen dat, als ik God mijn plannen vertel, hij zich krom zal lachen. Mijn slogan? Heethoofd, wees geen leeghoofd.

2018 Zweet van de weeromstuit

Foto De langste hittegolf werd in 1976 gemeten, en dat kan ik weten, ik was erbij. Ik was met mijn ouders op vakantie aan de kust, in Nieuwpoort. Ik weet niet of het daar toen ook 17 dagen achter elkaar meer dan 30 graden was, zoals in Ukkel, maar aan de foto's te zien waren we dikwijls op het verkoelende strand te vinden. 2006 herinner ik me ook, toen we in een vakantiehuis in Frankrijk logeerden, gelukkig mét zwembad.
  Ik kan herhalen wat er in de media over klimaatverandering gespeculeerd wordt. Maar daar heb ik geen zin in. Ik wil wel mijn gevoel bij dit warme weer vertalen in een tekst die aangenaam te lezen is maar wat inhoud betreft je danig zou moeten alarmeren.
  Tot nog toe had ik geen schrik, voor niks en niemand. Misschien speelt de ouderdom mee, want ik ben pas 58 geworden. Ik rijd al 35 jaar met de trein naar Brussel en terug naar huis, en nu pas word ik bang als ik merk hoe het treinstel over de rails schommelt. Door het warme weer zouden ze kunnen vervormen, met alle gevolgen van dien. De angst slaat me om het hart als ik aan allerlei doemscenario's denk die weersdeskundigen opstellen om de mensen te waarschuwen voor de gevolgen van de opwarming van de aarde. Mijn tikker slaat ervan over.
  Ik heb erover nagedacht om toch naar Brussel te reizen op dagen dat ik niet moet gaan werken, om er in mijn bedrijf te profiteren van de koelte van de airco-installatie. Om er naartoe te gaan kies ik natuurlijk een trein mét airco, en alleen tijdens de wandeling door de straten van Brussel, nauwelijks een vierhonderdtal meter, heb ik het gevoel in een baarmoeder te zwemmen. Maar het lijkt me zo raar om te vluchten voor de hitte die ik eigenlijk moet kunnen verdragen, want ik zal eraan moeten wennen. Meer en meer hittegolven teisteren immers onze contreien en ik vrees dat er geen weg terug is.
Foto

Verrukt of verbijsterd? Ik weet het echt niet

Het was ook al heet in juni 2017. Wat zal ik doen als de droogte jaarlijks terugkeert? Naar een kouder deel van de wereld trekken? Geen denken aan, want ik heb begrepen dat een hittegolf zich ook noordelijker, bijvoorbeeld in de Scandinavische landen, kan voordoen. Nee, we moeten eraan denken om te beginnen bouwen in de grond. Want ik voel dagelijks het verkoelende effect van de voetgangerstunnel onder de sporen in het station van Hasselt.
  Ach, ik ga er niet van wakker liggen, behalve als het te warm in bed is. Maar wees gerust, we zetten de airco aan en klaar is kees. Airco in de slaapkamer, in het hele huis desnoods, in de auto, in de winkel, op het werk. We hoeven ons alleen maar van hier naar daar te verplaatsen, en zo snel mogelijk opdat we het niet te warm zouden krijgen. Het valt me trouwens op dat de meeste mensen aardig tegen die hitte kunnen. Ze spreken van stralend mooi weer, terwijl het om te kotsen heet is. De weerman zegt het elke dag weer zonder een krimp te geven: vrij zonnig met temperaturen rond de 25 graden. Als je het mij vraagt klinkt dat al tropisch.
  Ten slotte wil ik de lezer op het hart drukken dat het allemaal nog niet zo'n vaart loopt. Maar je mag je niet laten verrassen door de snelheid van de tijd, want voor je het weet hebben we in België een subtropisch klimaat en worden we door de warmte relaxter en kan het ons niet meer zoveel schelen en daar lijdt dan onze economie onder en dat kan België alleen maar veranderen in een derdewereldland.
Ik kan me natuurlijk vergissen. Stel dat de aardas een tik van een inslaande komeet krijgt en heel Europa verijst. Wat dan?

2017 Self balancing scooters

Foto Een mens moet er al eens uit, al is het om boodschappen te doen. Hoe ga je dan? Wandel je? Loop je? Ren je? Of neem je een vervoermiddel? Een fiets of een step? Ik ga ervan uit dat je aan je gezondheid denkt en dus op eigen kracht probeert je te verplaatsen van A naar B, tenminste als A niet zo heel ver van B ligt, laten we zeggen drie à vier kilometer. Dus je neemt niet de auto, ook niet de brom- of motorfiets. Geen trein, tram noch bus.
  Levenslang is de motorfiets mijn favoriete vervoermiddel geweest. Nu ik wat ouder ben wil ik de auto op de eerste plaats zetten, hoewel het verkeersreglement een doorn in het oog blijft. De fiets van mijn pa brengt me op plaatsen die voor een auto onbereikbaar zijn. Voor mijn werk kan ik echter niet zonder de trein, omdat mijn werkgever op 90 km van mijn huis is gevestigd en de snelwegen ernaartoe vol zitten. Met een crossmotor zou ik overal overheen kunnen springen, maar dat doe ik beter op een niet openbaar terrein.
  Alles goed en wel met sport en spel, maar hier wil ik me beperken tot verplaatsingen die nodig zijn om te overleven. Ik kan een sneeuwscooter op wintersport huren, maar voor een Lap kan dat een levensbelangrijk apparaat zijn. Dus ik weet dat ik me op glad ijs waag.
Foto

Michelangelo in Lelystad

Ik rijd op mijn fiets naar winkels in de binnenstad; ik woon aan de buitenkant van Hasselt, dus meer dan twee kilometer kan dat niet zijn. Met de auto rijd ik naar het huis van mijn moeder in Kinrooi. Ik doe daar zeker 50 minuten over, wat overeenkomt met 50 km. Met een elektrische fiets zou ik die afstand gemakkelijk kunnen afleggen, maar de zin ontbreekt me. Ook het weer en de vervelende hellingen van bruggen en heuvels zouden mij het leven zuur kunnen maken. Zoals gezegd neem ik de trein om minstens 100 km ver te rijden, naar de kust bijvoorbeeld. Het vliegtuig neem ik wanneer ik me meer dan 1000 km moet verplaatsen, maar ik ben al met de motorhome tot in Benidorm gereden, en dat was ongeveer 1850 km.
  Ik gebruik de motorhome zo'n viertal keren per jaar, dat wil zeggen dat ik even elders wil vertoeven, waar ik eigenlijk niet moet zijn, maar misschien kan ik er wat opsteken zodat mijn prangende vragen over hoe de wereld in elkaar zit gemakkelijker te beantwoorden zullen zijn. Ik kan er in slapen, een potje koken en op het potje zitten. Geweldig detail: achteraan reizen twee fietsen mee. Dat opent perspectieven, want wie wil er niet eens met zijn eigen fiets door de binnenstad van Trier rijden, zo'n 220 km van je huis dat niet op wielen staat.
  Waar ik wil toekomen is niet een of andere exotische bestemming. Stel nu eens dat mijn werkgever me vraagt om niet in het Belfiusgebouw aan het Rogierplein te komen werken maar in het hoofdgebouw van IBM in Evere. Hoe zou ik me dan vanuit het Noordstation daarnaartoe verplaatsen? Ik zou een vélo kunnen huren, of een elektrische auto. Veel mensen hebben besloten de afstand tot hun bedrijf te overbruggen met een uitklapbare fiets. Tjonge jonge, wat een gezeul. Voor die mensen staat het vrij om een Airwheel scooter, een Ninebot of een Segway te kopen, maar ik denk dat ik me zal toeleggen op het minutieus besturen van een Hoverboard. In de Media Markt stond een exemplaar dat ik mocht uitproberen. Met een beetje hulp van mijn vriendinnetjes was ik er in enkele minuten mee weg. Ik weet niet hoe het me zal vergaan op een schots en scheef voet- of fietspad, maar op de waterpasvloer in de Media Markt ging dat ontzettend goed vooruit.

2016 Gebrom

Foto Als ik het woordenboek mag geloven betekent het woord drone allereerst gegons, gezoem, gesnor of geronk. Ik kan op een eentonige manier iets opdreunen, of ik zou een hommel kunnen nadoen, maar nietsdoeners, klaplopers, leeglopers en luilakken zullen zich gegarandeerd erdoor aangesproken voelen. Ten slotte kan ik drone gebruiken om een radiografisch bestuurd vliegtuig te benoemen. Die betekenis belangt mij hier nog het meeste aan.
  Ik weet niet meer wanneer ik voor de eerste keer over een drone hoorde spreken. Misschien was het in 2011 via de tv-serie Homeland. Zeker is dat de Amerikanen in januari 2009 met behulp van een militaire drone twee Al-Qaida terroristen evaporeerden (in de lucht bliezen), toevallig 100 jaar na de geslaagde 12-secondenvlucht van de gebroeders Wright. Aan het einde van de eerste wereldoorlog, produceerde Orville Wright samen met Charles F. Kettering een onbemand vliegtuig – de kettering bug – dat de Amerikanen wilden inzetten om Duitse steden te torpederen. Maar toen ze goed en wel in productie konden gaan, was de oorlog al gedaan.
  Tijdens de tweede wereldoorlog vernietigden Amerikaanse Aphrodite-drones – ook vliegende bommen – Duitse V1-raketbases in Calais. Piloten moesten de kisten in de lucht brengen, waarna ze per parachute afdaalden. Het was een gevaarlijke klus en menig piloot liet er het leven bij. In de oorlog tegen Vietnam bespioneerden de Amerikanen hun vijand met gesofisticeerde drones. Pas na de aanslagen van 11 september 2001 begonnen ze ermee terroristenhaarden her en der te bestoken. Meer en meer landen zetten nu drones in om de veiligheid van hun burgers te garanderen tijdens manifestaties, festivals en andere feesten.
Foto

Speel eens een wilde klavier (wildzang)

Niet alleen in de militaire wereld maakt de drone zijn opgang, het toestel heeft zeer zeker een toekomst in de commerciële wereld, bijvoorbeeld bij het verdelen van Online bestelde pakketten. De drone is zelfs doorgedrongen in de speelgoedwereld. Ik heb voor mijn 56ste verjaardag een Quadcopter gekregen. Het speeltuig heeft zijn eigen wifi waarmee ik real-time luchtbeelden naar mijn iPhone kan verzenden. Ik kan ermee head- of headless vliegen, maar ik heb in beide gevallen zeer zeker mijn hoofd nodig.
  Via de camerabeelden zie ik in de headmode waar vooruit, links, rechts of achteruit is, maar de hoogte is moeilijk in te schatten. Met het draaien rond zijn as bepaal ik de vliegrichting van de drone, maar in de headless mode hoef ik slechts de beweging ten opzichte van de afstandsbediening bij te houden. Het lukt me niet dit snel onder de knie te krijgen, ook omdat het 130 minuten duurt om de batterij op te laden, terwijl een vlucht maximaal 6 minuten duurt. Ik zal me enkele reservebatterijen moeten aanschaffen en het is dan ook een groot pluspunt dat ik elk onderdeel van de drone apart kan bestellen.
  Als kind had ik graag een drone gehad. Als twintiger wilde ik een synthesizer bespelen. Beide toestellen zijn me op mijn laatste verjaardag in de schoot geworpen. Je zult je afvragen: vliegen en muziek maken, zijn dat louter nutteloze bezigheden van een man die te veel vrije tijd heeft? Misschien, maar het zijn zeer zeker pogingen om creatief bezig te zijn. Ze helpen niemand anders vooruit in deze wereld, behalve mezelf. Normaal ben ik slechts een minuscuul onderdeel van de tijdruimte en besta ik slechts een fractie van de ruimtetijd, maar door mijn brein opdrachtjes te geven, slaag ik erin mijn kundigheid op allerlei gebieden aan te scherpen. Ik wil mijn leven niet minimaliseren, maar deze bezigheden geven zin aan mijn zandkorrelbestaan. Zo zal ik tot de dood de tijd doden zonder te brommen.

2015 Overblijfselen

Foto In 1998 begon ik met het lezen van De Laatste Bazuin, geschreven door de Amerikaanse schrijvers Jerry B. Jenkins en Tim LaHaye. Een grote groep christenen verdwijnt gewoon van de aardbodem, je zou dan kunnen zeggen dat ze zijn opgenomen in de hemel. Hun aantal verwijst naar de Bijbel, want 144.000 mensen zullen bij de herschepping de nieuwe aarde gaan bewonen. Sommige achterblijvers trachten de vrede te herstellen en de naties te stabiliseren, maar de leider van die groep, de president van de verenigde naties, blijkt niemand minder dan de antichrist te zijn. Tegenover die verdrukkingsgroep komt een bevrijdingsfront te staan, met als belangrijkste leden een piloot, zijn dochter, een pastoor en een journalist. Zij willen de waarheid uitbrengen en de bevolking een tweede kans geven om alsnog als christen in de hemel opgenomen te worden.
  Het idee achter het verhaal, gebaseerd op de Bijbelboeken Openbaring, Daniel, Jesaja en Ezechiël, intrigeerde me. Deel na deel verslond ik alsof het eten en drinken was. In 2004 las ik het twaalfde deel. Ik weet niet meer hoe het verhaal afliep, ik weet wel nog dat er veel actie in de boeken zit, en dat ze onderhoudend geschreven zijn. In 2008 kwam een dertiende deel uit, wellicht om het ongelukkige van de zaak te onderstrepen, maar dat heb ik niet gelezen. Geen probleem, want boeken worden verfilmd. Filmproducenten hadden immers genoeg materiaal om er regelrechte actiefilms van te maken. Drie films kwamen uit de bus: Left Behind The Movie (2000), Tribulation Force (2002) en World At War (2005). Ik heb ze niet gezien.
  In 2014 kwam er een nieuwe versie van Left Behind uit, waarin mijn favoriete acteur Nicolas Cage de rol speelt van de piloot die zich opwerpt tot redder van de mensheid. Die film heb ik ook niet gezien, maar ik zal hem zeker op dvd kopen en hem aan mijn verzameling toevoegen. Ik weet niet of het mijn ouderdom dan wel de montage van de moderne film de oorzaak is van mijn mindere aandacht voor de bioscoop. Ik kijk naar films en series op tv, maar hoe langer hoe meer zie ik de beelden door de film niet meer, cfr de bomen en het bos. Filmmakers zouden beter niet hun product omtoveren tot een tekenfilm.
  Op een dag in juli zag ik in het tv-blad dat de Amerikaanse serie The Leftovers de Belgische buis had gehaald. De titel deed me denken aan etensresten of overschotjes voor de volgende dag. In de beginscène van de pilootaflevering zie je een baby uit zijn kinderzitje in het niets oplossen waardoor de moeder hysterisch om hulp begint te roepen. Die onrustbarende verdwijning deed bij mij een lampje branden. In de volgende scene zie je een kleine jongen wenen omdat hij zijn vader kwijt is; even daarvoor duwde hij nog een winkelkar voort, maar die stoot nu stuurloos tegen een afvalbak. Toen op de achtergrond twee auto's botsten legde ik ineens een verband met de plotse verdwijningen van mensen in de boeken over De Laatste Bazuin.
Foto

Zo vervallen, tiens, die abdij van Aulne nabij Thuin

In de volgende afleveringen verschenen kettingrokers in witte kleding en jagers die razende honden neerknallen op het toneel. Ik twijfelde over het verband met de boeken, maar het internet bracht soelaas. The Leftovers is gebaseerd op een boek van Tom Perrotta, die samen met de bedenker van Lost, Damon Lindehof, het intrigerende relaas vertelt van de achterblijvers die zich afvragen waarom 140 miljoen anderen, waaronder ook criminelen, zijn verdwenen. Hoe voelen die overblijvers zich? Je ziet dat ik ook als kijker met vragen achterblijf, bovendien zit ik nog met vragen over de serie Lost waarvan het laatste seizoen niet voor alle raadsels antwoorden heeft gegeven. Mysterie stapelt zich op mysterie. En mijn leven had toch zo simpel kunnen zijn.
  Ik weet niet hoe mensen zich dan voelen, want het uitgangspunt, wezens die zomaar verdwijnen met of zonder kleren, is al ongeloofwaardig genoeg om af te willen haken. Maar toch brengen de belevenissen van de schuldige achterblijvers me aan het denken. Hoe reageer je als er iets gebeurt wat helemaal niet kan? Gaan niet-gelovers dan toch in God geloven? En laten zij dan nog steeds de kerk links liggen? En als kerken helemaal niet meer nodig zijn, waarvoor kunnen we ze dan gebruiken?
  In een aflevering van Met Vier in Bed stelden enkele managers hun kerk in Mechelen voor die omgebouwd was tot B&B grand chic. Gelukkig zijn er in Mechelen nog genoeg kerken, maar ik kan me voorstellen dat ze in andere steden kerken afbreken. Nu hebben heel historische kerken het geluk dat ze toeristische trekpleisters zijn geworden, maar wat met de dorpskerken? Ik heb wat moeite met platgegooide godshuizen, ook al ben ik een ongelovige. De geschiedenis van het geloof en zijn instellingen is te groots om zomaar uit te wissen. We moeten respect blijven hebben voor het verleden. Hoe de mens was mogen we niet vergeten, en hoe hij is weten we maar al te goed. Nu nog ervoor zorgen dat hij in de toekomst de goddelijke dimensie van het bestaan blijft zien. Misschien kunnen we dat doen door in de ruimte te kijken en planeten te zoeken die ooit als uitvalsbasis kunnen dienen, bijvoorbeeld Kepler-452b, maar daarover meer een andere keer.

2014 Traag graag

Foto Sinds de mens het wiel heeft uitgevonden, heeft hij een notie van dingen die terugkeren naar hun oorspronkelijke stand, niet staat. De aarde draait rond zijn as. Ze cirkelt ook rond de zon. De sterrenhemel roteert en sterrenbeelden keren terug. Vergeleken met de snelheid waarmee die hemellichamen wentelen, is mijn snelheid zo goed als verwaarloosbaar. Met een slakkengang beweeg ik me van hier naar daar. Een slak neemt zijn huisje mee en hoeft dan niet meer terug. Hij is voortdurend op weg. En op zijn eigen tempo.
  Terwijl ik wandel, houd niets me tegen, behalve een waterloop zonder brug of overzetbootje. Terwijl ik fiets, ken ik geen hindernissen, behalve een gracht of slagboom. Met de auto of op de motorfiets rijden gaat probleemloos als ik de verkeerslichten en verkeersdrempels even wegdenk. Vliegen doe ik niet zo graag, want er is niets zo triest als uit de azuurblauwe hemel geschoten worden door luchtafweergeschut terwijl je euforisch maar onwetend naar je vakantiebestemming vliegt over landen in oorlog.
  Van verkeerslichten op minder drukke kruispunten komt de overheid terug. Ze bouwen ze af in de hoop dat de verkeersdeelnemers vanwege het gebrek aan sturende rood-groen-oranje lampen alerter voor elkaar zullen zijn zodat ze minder brokken maken. Ondanks de verkeersremmende installaties moet alles sneller gaan. Mensen rennen her en der, staan nog amper stil bij de dingen die ze doen. Almaar ijveriger worden ze, ook vanwege de snelheid waarmee ze communiceren. Ik bestel via internet op een Canadese site zekeringen voor mijn 34 jaar oude motorfiets en verwacht dat ze met de boot komen, maar ze komen warempel aangevlogen. Ik volg hun traject via mail en drie dagen later worden ze aan mijn deur afgeleverd.
Foto

Eindelijk platte rust

Onze vrije tijd besteden we meer en meer aan minder noodzakelijke bezigheden. We dwingen ons het rustig aan te doen, te genieten van het leven, terwijl de helse tredmolen verder draait. We zoeken sensatie op in pretparken en laten ons in achtbanen en gelijkaardige tuigen rondzwieren als vuile was. Geef mij maar een gezapige omwenteling in de pagode op het terrein van De Efteling. Het sprookjesbos is een verademing ook al is dit het oudste deel van het park. Het monument ter ere van de bedenker Anton Pieck fascineert me omdat de zwierige hoofdletter E ook op die bevoorrechte plaats in mijn naam prijkt. Een minuut stilte is hier op zijn plaats.
  Het vergt kracht om me weer in beweging te brengen. Gelukkig heb ik niet veel massa en even later ben ik een object dat liever in beweging blijft. Ondertussen smelt het ijs van de gletsjers gestaag. Rivieren drogen op en monden niet meer uit in wereldzeeën. De Monarchvlinders verplaatsen hun jaarlijkse trektocht naar warmere oorden. Amazonebewoners bouwen een verdieping bij om aan het hoge waterpeil te ontsnappen. De grote trek van de gnoes over de Serengeti blijft uit omdat er niet genoeg regen valt. We weten dat we het klimaat veranderen en toch komen we nauwelijks in beweging. Wrijvingen verminderen onze snelheid. De wet der traagheid.
  Niet zo traag als de slak is de schildpad. Bovendien is die dierensoort recordhouder wat betreft de verwachte levensduur. Hoe minder ik eet, hoe trager ik functioneer, hoe langer ik leef. Alleen jammer dat ik niet meer zo goed hoor. Mensen moeten trager spreken, articuleren. Ik vind ook dat ik trager zie, want het bijstellen van mijn stijve lenzen gaat langzamer. Mijn bioritme vertraagt en zal uiteindelijk stilvallen. De ultieme traagheid die ik ooit zal ervaren is sterven.

2013 Ik doe het met jou

Foto Het probleem is zo oud als de wereld. De mensen lopen van hot naar haar als kuikens zonder kop. Dat er te veel verschil in meningsuiting is, weet iedereen. Dat daardoor ruzies en oorlogen ontstaan, is algemeen geweten. Dat er geen goed noch kwaad bestaat, dat wil niemand zomaar aannemen. Dat mensen alles doen om geld te verdienen, tenminste om hun leven te vergemakkelijken, dat is zeker. Ik neem allerlei aardbewoners onder de loep via de tv en zie hen ongelooflijke dingen doen. Commentaar weiger ik te geven, of het is binnensmonds en mompelend. Voor sommigen helpt religie, voor anderen is een sekseverandering nodig om zich goed in het vel te voelen. Waar zijn we mee bezig? Zouden we niet beter aan contemplatie doen dan de hedonist uit te hangen?
  Ik heb de neiging te denken dat de wereld zou draaien zoals het hoort als iedereen was zoals ik. Maar hoe hoort het? Hoe ben ik? Ik ben een dichterke, een schrijverke, iemand die met woorden speelt, jongleert en spreekt. De taal heeft veel mogelijk gemaakt. In feite alles, vraag het maar aan God, Allah en hun vriendjes. Sommigen gaan verder door woorden van het jaar te kiezen. De oude raken in de vergetelheid, maar ik sta erop ze uit te wuiven, met fanfare en majorettes.
  Terwijl de aarde beeft en met onze voeten speelt, terwijl de fotonen van de zon ons niet alleen doen bruinen maar ons ook dreigen te roosteren, zijn we met niets anders bezig dan het invullen van wensen en dromen. Goed en kwaad gaan hand in hand, want wat voor de ene juist is, is voor de andere fout. Sommigen praten als papegaaien, velen blaten als onnozele schapen waar spreken nodig is. Anderen schrijven waar geen luisteraars zijn. Maar heeft schrijven zin als mensen niet lezen?
Foto

Een spijtige zaak die bril, maar je ziet meer

Met een tablet in de hand ga je door het hele land. Overal waar je komt ben je op de hoogte van het reilen en zeilen van je medemensen. Zo kun je online je mening afstemmen en je eigen verhaal maken. Zo heb ik dat ook gedaan. Waarom kan ik me dan niet van de indruk ontdoen dat de meeste mensen nog altijd dommer zijn dan het paard van Jezus Christus? Of is het de perceptie die me een rad voor ogen draait?
  Ik doe af en toe dom, maar dat doe ik in een poging me in te beelden hoe het is om je eigen staart achterna te lopen. Ik zal nu en dan ook zo dom zijn als het achtereind van een koe, maar dat is een tijdelijk fenomeen dat, nadat ik alles weer op een rijtje heb gezet in mijn unieke maar gebrekkige brein, vanzelf weer overgaat.
  Ik wil niet van de os op de ezel springen. Ik zeg wat ik wil. Ik ben vrij in mijn daden. Dat maak ik me wijs, want de mening van anderen bepaalt dikwijls de manier waarop ik iets doe. De meeste mensen volgen regels en doen daar niet moeilijk over. Waaghalzen en opscheppers lijken meer te voelen voor de extravagante kant van het leven en zoeken kicks op waarmee ze niet alleen zichzelf kwaad berokkenen maar ook anderen.
  Iedereen doet het op zijn manier. Onze chemie, of hoe we in elkaar steken en wat we eten, bepaalt de dagelijkse gang. We voelen ons zo gezond als vissen, maar zijn zo koppig als ezels. Onze opvoeding die afhankelijk is van de inzet van onze ouders stuurt ons alle windrichtingen uit. En ons talent om te communiceren of de mogelijke communicatiemiddelen te beheren brengt ons op allerlei plaatsen. Ik heb altijd gedacht dat ik beter een monnik in de abdij van Orval was geworden. Nu zou ik eens willen voelen hoe een solitaire berenjager in de Rocky Mountains het leven registreert. Misschien is het leven nog leuker als een op jacht en visvangst aangewezen Congolees die op het dak van zijn hutje onder de blote hemel slaapt. Dan zal ik zo licht als een vogel zijn en zo blij als een hond met zeven pikken.

2012 Vakantie in een huisje

Foto Raymond van het Groenewoud heeft zalen doen vollopen en zalen doen leeglopen. Ik heb vakantiehuisjes geprezen en vakantiehuisjes afgebroken. Of het nu in Nederland, Frankrijk of eigen land is, aan de Kust of in de Ardennen, het zijn geen huisjes zoals je eigen huis, het zijn ronduit vuile huisjes. Spinnenwebben zijn bij aankomst alom aanwezig ook al heeft de vorige bezoeker 100 euro neergeteld om het bij zijn vertrek grondig te laten kuisen. Zijn er vrouwen in je reisgezelschap, dan is daarmee ook het hek van de dam. Schelle kreetjes maken duidelijk dat de aanwezigheid van de spinnendoder terstond en ter plekke gewenst is. Mannen kunnen ongedierte aan en praten er verder niet over. En dus blijven vrouwen zeuren over stinkende toiletten, koelkasten die niet genoeg koelen, badkamers die te klein zijn en matrassen die niet lekker liggen. De ligging van het vakantiehuisje is meestal perfect, maar het onderhoudspersoneel laat altijd steken vallen. Zonde, want tevreden klanten keren terug.
  En toch, na een verblijf van enkele dagen lijkt het allemaal wel mee te vallen. Je geest stemt zich af op het huisje dat je bewoont. De pret kan bij tijden niet op, zeker als kinderen door kamers hollen en hun speelgoed ondersteboven halen. De afwasmachine levert ineens veel beter vaatwerk af, de spullen in de koelkast lijken plots diepgevroren, de vieze zetels zitten onverwacht goed en de buren maken merkelijk minder kabaal. Alleen het bed, dat blijft slecht en je gewrichten worden zodanig op de proef gesteld dat je erbij loopt als een knar van tachtig. Foto

Plop doodop

En toch, familie maakt alles goed. Hun humeur vijzelt het jouwe op en het leven is even mooier dan het lijkt. Even, want ruzies zijn nooit ver weg. Onverwacht slaat het noodlot toe en verwijten worden naar hoofden geslingerd alsof het waterballonnen zijn. Vakantie, het is me wat. Kindjes tevreden stellen is een karwei, maar oma zal alles wel in goede banen leiden. Er zijn meestal genoeg faciliteiten zodat je ze kunt bezighouden. De formule is goedkoop aangeprezen en aangenomen, maar het randgebeuren, het vertier is ronduit duur. Je krijgt niet altijd waar voor je geld. Daarom zou elke bezoeker van een vakantiepark, pretpark, zwembad, openluchtmuseum of ander kinderland zich voor de geest moeten houden dat geld er niet toe doet. Niet te veel nadenken bij wat je doet, doen zonder boe of bah, want achteraf is het altijd leuker dan je verwachtte. Ik kan dat getuigen, want mijn allereerste ervaring met een achtbaan, in de schoot van mijn trouwe huisgenote, was in twee woorden een misselijkmakende breinverschuiving.
  Terwijl ik voor de zoveelste keer de vloer keer, kijken de meisjes naar een kinderprogramma op tv over jongens die op de vuist gaan. De tv als venster op de wereld. Kinderen lijken het allemaal te kunnen relativeren. Misschien zijn ze wel gemakzuchtig en nemen ze alles vanzelfsprekend aan, toch komt het erg hard aan als ze hun middelvinger naar me opsteken.
  En dus heb ik voor mezelf uitgemaakt dat op mijn tweeënvijftigste niets me nog meer bekoort dan ogen die me aankijken en waarin ik affectie herken, al zijn het die van mijn neefjes en nichtjes. Waar ik nog het meeste van hou is mijn reisgezelschap van hot naar her rijden in de zoomzoom of een andere vroemvroem. Het is niet het doel dat telt, het is de rit ernaartoe, wetende dat mijn handelingen nutteloos zijn, maar zeker niet zinloos.

Terug naar boven

Foto










Sitemap            Geschriften            Gemoederen            Gedichten
Familie              Geledingen               Gefotoshopt               Huberts Weirdo's

Foto Foto


© EYGEN-BOEKEN.be     Online sinds 25/05/2012       Alle rechten voorbehouden
Versie 12.01        Page update 15/02/2024